Stottertherapie werkt goed, direct of via een omweg
Stotteren kun je op twee manieren behandelen. De werking van de ene was bewezen, van de andere niet. Maar sinds vrijdag staan ze op gelijke voet.
In de Volkskrant van maandag 10 augustus 2015 stond een artikel over stottertherapie naar aanleiding van een onderzoek van Marie-Christine Franken.
Lees het artikel hier.
Meer informatie over het onderzoek lees je hier.
Foto Marcel van den Bergh / de Volkskrant
Stotterende mensen hebben dikker hersengebied voor spraak
Mensen die stotteren zijn op hersenscans te herkennen aan een relatief dik spraakgebied, zo blijkt uit nieuw wetenschappelijk onderzoek. Normaal gesproken wordt het weefsel in het hersengebied voor spraak wat dunner na de kindertijd, omdat het het zogenoemde 'centrum van Broca' steeds efficiënter gaat werken.
Bij personen die stotteren gebeurt dat echter niet: de grijze stof in het gebied slinkt niet of nauwelijks.
Dat melden onderzoekers van de Universiteit van Alberta in het wetenschappelijk tijdschrift Frontiers in Human Neuroscience.
Lees het complete artikel hier.
Stotteren: effect van genen en van vroege therapie
door: Bast EJEG, Ploos van Amstel HK, Franken M-C.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A3514.
• Omdat bij de meeste mensen stotteren na verloop van tijd overgaat, hanteerde men tot nu toe de stelregel om af te wachten.
• Er zijn 2 belangrijke recente ontwikkelingen op het gebied van stotteren: de ontdekking van genmutaties die relevant lijken te zijn voor ontwikkelingsneurologische afwijkingen en het groeiend bewijs dat vroeg ingrijpen helpt bij de genezing.