Stotteren als resultaat van inadequate spraakmonitoring
van dr F. Wijnen, Universiteit van Utrecht
Stotteraars stotteren doordat ze dat trachten te voorkomen.
dr. Frank Wijnen is onderzoeker en docent bij het Utrechts Instituut voor Linguistiek (OTS).
Het onderzoek loopt voor onbepaalde tijd en wordt gefinancierd door de universiteit en NWO.
Over dit onderwerp publiceert hij in wetenschappelijke tijdschriften en boeken.
Een korte samenvatting van het onderzoek:
Het leidende idee is dat zelf-monitoring van de spraakproductie een cruciale rol speelt bij stotteren. De veronderstelling is dat mensen die stotteren een groot deel van de beschikbare verwerkingscapaciteit in monitoring investeren. Op zichzelf biedt dit nog geen verklaring voor de primaire symptomen van stotteren, met name sub-syllabische repetities en blokkades. Daarom wordt verondersteld dat stotterende mensen hun monitor instellen op verlengingen en interrupties tijdens de articulatie. Daarbij hanteren zij een overdreven streng criterium voor acceptabele output. Het gevolg is dat niet alleen (dreigende) aarzelingen, maar zelfs linguïstisch of articulatorisch bepaalde temporele fluctuaties in de output als fouten waargenomen worden. Deze excessieve en eenzijdige monitoring benadeelt de spraakvloeiendheid, aangezien hij leidt tot veel overbodige interrupties en herstarts van de lopende spraak. Kort samengevat is de hypothese dus dat stotteraars stotteren doordat ze dat trachten te voorkomen. Deze hypothese kan een aantal bekende waarnemingen m.b.t. stotteren verklaren, met name (1) variabiliteit en context-afhankelijkheid, (2) de distributie van stottermomenten, (3) verbetering bij verandering van spreekwijze, (4) vermindering in reactie op manipulaties van de auditieve feedback.
Download hier voor een uitgebreider artikel over deze visie.
Voor nadere informatie zie:
email: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
website Frank Wijnen van Universiteit van Utrecht