Stottertherapie werkt goed, direct of via een omweg
Stotteren kun je op twee manieren behandelen. De werking van de ene was bewezen, van de andere niet. Maar sinds vrijdag staan ze op gelijke voet.
In de Volkskrant van maandag 10 augustus 2015 stond een artikel over stottertherapie naar aanleiding van een onderzoek van Marie-Christine Franken.
Lees het artikel hier.
Meer informatie over het onderzoek lees je hier.
Foto Marcel van den Bergh / de Volkskrant
De beleving van stotteren: een synthese van kwalitatieve studies met implicaties voor de therapie
Review van Amy Connery, Alene McCurtin en Katie Robinson (2019)
Gepubliceerd in Disability and Rehabilitation, https://doi.org/10.1080/09638288.2018.1555623
Door: Leonoor Oonk
Kwantitatief en kwalitatief onderzoek zijn twee verschillende manieren van onderzoek doen.
Met kwantitatief onderzoek verkrijg je cijfermatige inzichten over mensen. Het geeft antwoorden op vragen die in hoeveelheden kunnen worden uitgedrukt. Bij kwalitatief onderzoek achterhaal je diepgaande informatie over motivaties, gedachten en verwachtingen van mensen. De informatie wordt verkregen via diepte-interviews en gesprekken of door observaties.
Kwalitatieve studies over stotteren kunnen bijdragen aan een beter inzicht in en begrip van de impact die stotteren heeft op iemands leven. Deze kennis is belangrijk voor therapeuten bij hun klinisch redeneren en het bepalen van de doelstellingen in de therapie.
Stotteren: effect van genen en van vroege therapie
door: Bast EJEG, Ploos van Amstel HK, Franken M-C.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A3514.
• Omdat bij de meeste mensen stotteren na verloop van tijd overgaat, hanteerde men tot nu toe de stelregel om af te wachten.
• Er zijn 2 belangrijke recente ontwikkelingen op het gebied van stotteren: de ontdekking van genmutaties die relevant lijken te zijn voor ontwikkelingsneurologische afwijkingen en het groeiend bewijs dat vroeg ingrijpen helpt bij de genezing.