Heb jij vragen over stotteren?
Kijk dan of jouw vraag tussen ons meeste gestelde vragen staat.
Staat jouw vraag er niet tussen? Stuur dan hieronder jouw vraag door naar ons!
Wat is stotteren?
Stotteren is niet-vloeiend spreken: een verzameling van hoorbare, soms zichtbare en vaak ook verborgen symptomen, die per situatie kunnen verschillen.
De symptomen zijn habitueel (een gewoonte) en te onderscheiden van 'normale' niet-vloeiendheden.
- Hoorbare symptomen kunnen zijn: herhalingen, verlengingen en blokkades.
- Zichtbare symptomen kunnen zijn: meebewegingen in het gezicht of van ledematen; aan spreken gekoppelde 'tics'.
- Verborgen symptomen: spreekangst, stotterangst, vermijden van spreeksituaties (sociale angst), minderwaardig voelen, schaamte, depressies.Vooral de verborgen symptomen kunnen leiden tot leerproblemen, minder presteren, psycho-sociale problematiek.
Mensen die stotteren vormen geen homogene groep. Ieder heeft zijn eigen specifieke verzameling symptomen, die zelfs niet onder alle omstandigheden gelijk zijn, afhankelijk van stressfactoren. Bij elk individu liggen de accenten weer anders.
Wat is de oorzaak van stotteren?
Er is niet één specifieke oorzaak te noemen.
Spreken is een ingewikkeld proces van timing en coördinatie van ademhaling en veel spieren en spiertjes, gestuurd door de hersenen.
In dit ingewikkelde proces gaat bij iedereen wel eens iets mis, maar bij iemand die stottert is er sprake van een stoornis in de timing en coördinatie van dit proces.
Gebrek aan taalvaardigheden en concentratie kunnen eveneens een rol spelen bij het aanleerproces van (afwijkend) spreekgedrag.
Er is altijd een aanlegfactor (talent!), die niet erfelijk hoeft te zijn. Er is meer kans op de ontwikkeling van stotteren als stotteren in de familie voorkomt.
Hoeveel mensen stotteren?
In Nederland zijn ongeveer 175.000 mensen die stotteren (ongeveer 1 procent).
Naar schatting bedraagt het totaal aantal stotterende personen in de Europese Unie ruim 3,4 miljoen.
Word je met stotteren geboren?
Mensen die chronisch stotteren zijn geboren met aanleg hiervoor. Zie ook het artikel ‘Stottergenen ontdekt’. Of iemand echt gaat stotteren wordt vervolgens ook bepaald door (een combinatie van) uitlokkers als spanning, snelheid en belemmeringen (zoals bijvoorbeeld moeite met taal of spraak in het algemeen).
Is stotteren erfelijk?
Kinderen met een stotterende vader of moeder lopen een grotere kans om te gaan stotteren. Gewoonlijk is die kans 5%, maar als een van de ouders stottert is de kans ongeveer 25%. Dat wil nog niet zeggen, dat als een kind begint te stotteren, het ook zeker blijft stotteren. Vaak verdwijnt stotteren ook weer, door de juiste maatregelen van de ouders, door therapie of gewoon zomaar?.. moeder natuur werkt mee. (bron t.t.t.t.tijd voor stotter preventie VSN)
Kan stotteren overgaan?
Bij 5% van de bevolking komt stotteren in de kinderleeftijd voor (incidence), bij 1% (prevalence) ontwikkelt het zich tot een min of meer blijvende stoornis - gevestigd stotteren - van licht tot ernstig. Voor de laatste categorie heeft therapie een tijdelijk of blijvend effect, afhankelijk van vele factoren. Terugval komt bij (ernstig) stotteren veel voor.
Bij jonge stotterende kinderen is er binnen de eerste 2 jaar na het ontstaan van het stotteren nog een kans op herstel. Hoe langer het kind stottert, hoe kleiner deze kans wordt.
In de praktijk blijkt dat eerder gevolgde therapieën in een latere levensfase hun vruchten kunnen afwerpen, als opnieuw dezelfde of een andere therapie wordt gevolgd.
Heeft stotteren iets te maken met een verkeerde ademhaling?
Tijdens spreken ademen we uit en bewegen we onder andere onze stembanden, kaak, tong en lippen. Het komt bij stotteren vaak voor dat de ademhaling niet soepel verloopt. Dit kan echter zowel een oorzaak als een gevolg van stotteren zijn.
Soms wordt er in de therapie voor gekozen oefeningen te doen om de adem, en zo het spreken, onder controle te krijgen, bijvoorbeeld spreken op ademritme of het oefenen van een buikademhaling. Soms wordt aan andere aspecten van het spreken gewerkt, zoals het spreektempo, de spierspanning en de gedachten en gevoelens die met het spreken te maken hebben. Vaak verbetert de ademhaling dan automatisch als deze andere aspecten verbeteren.
Omdat ademhaling normaliter een onbewust proces is, dat vanzelf gaat, is het fijn als dit niet bewust gestuurd hoeft te worden. Maar anderzijds kan een ademoefening meer spreekrust geven en daardoor een basis zijn voor vloeiendheid.
Waarom stottert iemand soms wel en soms niet?
Stotteren wordt vaak uitgelokt door stress. Iemand die stottert zal dan ook vooral haperen als hij gespannen of opgewonden is. De zwakke aanleg voor de timing van spreekbewegingen vormt de basis voor de snellere ontregeling van het spreken. De bijkomende angst of nervositeit zet de spreekspieren nog meer onder spanning.
Er zijn echter veel individuele verschillen: bij de één is het stotteren sterk gekoppeld aan bepaalde situaties en/of personen, terwijl het stotteren bij de ander altijd en overal ongeveer hetzelfde is. In veel gevallen zorgt stotterangst of angst voor de omgeving ervoor dat een persoon die stottert zijn controle verliest. Als een persoon die stottert een speech of een voordracht moet houden, kan hij zo lang op de moeilijke woorden oefenen (of deze vermijden) dat de tekst er in één keer uitkomt. Luisteraars hoeven dan niet eens te merken dat de spreker stottert; in feite stottert hij "in zijn hoofd". Wanneer er weinig eisen gesteld worden aan een gesprek, is het waarschijnlijk dat iemand ook minder zal stotteren. Dit is bijvoorbeeld het geval bij praten tegen kleine kinderen of huisdieren of bij hardop voorlezen als er niemand bij is.
Waarom stotteren er meer mannen dan vrouwen?
Een opmerkelijk feit is dat wereldwijd meer mannelijke dan vrouwelijke personen die stotteren zijn, in een verhouding van 4:1. Op peuterleeftijd is de verhouding jongens die stotteren: meisjes die stotteren 2:1. Kennelijk herstellen meisjes makkelijker van beginnend stotteren dan jongens. Op zich is het bekend dat de meeste ontwikkelingsproblemen vaker bij jongens voorkomen dan bij meisjes, dus stotteren is hierop geen uitzondering.
Waarom? dat weten we eigenlijk niet. We vermoeden dat de snellere rijping bij meisjes, met name van taal, spraak en motoriek, hierbij een rol speelt. Daarnaast hebben jongens een grotere kans op overerving van de aanleg voor stotteren. Vroeger dacht men dat misschien opvoeding een rol speelde; van jongens werd mogelijk op taalgebied meer verwacht dan van meisjes. Maar dit lijkt in de huidige tijd toch niet meer aan de orde.
Hoe kan het dat iemand soms pas op latere leeftijd gaat stotteren?
Het komt weinig voor dat iemand pas op latere leeftijd gaat stotteren. Meestal is een plotseling optredend emotioneel trauma de aanleiding. Zoals het overlijden van een geliefde of een ongeluk. Bij een goed (begeleid) verwerkingsproces zal geen gewoontevorming optreden.
Soms begint stotteren in de puberteit. Ook dan is het zaak snel een stottertherapeut te raadplegen om de oorzaken te analyseren en een aanleerproces te voorkomen.
Hoe kan je het best reageren op een persoon die stottert?
Het meest algemene advies hoe te reageren op een persoon die stottert is 'gewoon'. Luister naar wat hij zegt, doe niet schichtig. Ga vooral niet luider of breedsprakiger praten. Vraag eventueel aan de persoon zelf of hij/ zij aangevuld wil worden. Meestal is dit niet wenselijk.
Wat is broddelen?
Broddelen en stotteren
Broddelen is, evenals stotteren, een vloeiendheidsstoornis in het spreken.
Bij stotteren zijn er onvrijwillige onderbrekingen in de vloeiendheid van de spraak. Personen die stotteren hebben vaak een gevoel van controleverlies. Bij broddelen is er sprake van snel en onverstaanbaar spreken. De planning van de spraak- en taalactiviteiten in de hersenen is verstoord. Deze verstoring treedt op als degene te snel spreekt, een belangrijk kenmerk van broddelen. De broddelende spreker heeft dit op het moment dat hij zijn woorden uitspreekt meestal niet door. Broddelen en stotteren komen in de praktijk vaak in mengvorm voor; vaker dan zuiver broddelen of zuiver stotteren.
Wat kan ik verwachten van de logopedist (volwassenen)?
Een logopedist doet in eerste instantie uitgebreid stotteronderzoek. Hierbij wordt het stotteren in kaart gebracht. Het hoorbare en zichtbare stottergedrag, zoals herhalingen, verlengingen, blokkades, meebewegingen, uitlokkende en/of in stand houdende factoren, zoals snelheid, spanning in de persoon of in de omgeving, belemmeringen. Hoe reageert de persoon op het onvloeiend spreken, waarbij zowel wordt gekeken naar gedrag (bijv. vermijding, vechtgedrag) als gedachten over het spreken en emoties die hierbij een rol spelen. Hoe reageert de directe omgeving van de persoon op het stotteren.
Naar aanleiding van dit onderzoek zal de logopedist een plan van aanpak opstellen. Het gaat er dan om de vaardigheden dermate te vergroten dat het spreken vloeiender verloopt. Dit kan zijn door bijvoorbeeld de spraakmotoriek te oefenen, maar ook door specifieke spreektechnieken te oefenen of aanpak van de beleving van het stotteren.
Hoe komt het dat ik tijdens het zingen niet stotter?
Bij mensen die stotteren is het spraakmotorisch systeem dat zorgt voor het in een akoestisch signaal omzetten van geformuleerde gedachten, minder stabiel dan bij mensen die niet stotteren. In bepaalde condities treedt er een storing op in hun spraakapparaat hetgeen zich uit in interrupties van spraakbewegingen die als stotters worden waargenomen.
Tijdens zingen gebeurt dit gemiddeld genomen veel minder vaak dan tijdens (spontaan) spreken. Factoren die daarbij een rol kunnen spelen zijn:
- tijdens het zingen zijn het ritme en de melodie gegeven
- het spreektempo is vertraagd
- de tekst van de liederen ligt vast en is meestal bekend
- er is geen sprake van beurtwisseling
- er is geen keus om wel of niet iets te zeggen
- er wordt meer gebruik gemaakt van buikademhaling
Zingen is wat betreft spreekcondities erg vergelijkbaar met het in een langzaam tempo nazeggen van zinnen: ook dat doen heel veel mensen die stotteren vloeiend. Ook tijdens het langzaam nazeggen van zinnen hoeft er voor veel factoren niet zelf een plan van uitvoering te worden gemaakt.
Verder ziet men in zang vaak een veranderd patroon in de relatieve duur van klanken, waarbij met name de vocalen langer worden aangehouden, hetgeen de transitie van en naar buurklanken kan vereenvoudigen. In feite is dit zeer vergelijkbaar met strategieën die vaak worden gehanteerd in spraakmotorische stottertherapieën of ook wel spontaan en onbewust door personen die stotteren kunnen worden gehanteerd.
Bij onderzoek naar de ademhalingspatronen van zang en spraak, is gebleken dat de relatieve bijdrage van buikademhaling verschilt voor spraak en zang en dat dit verschil met name bij stotteraars toeneemt ten gunste van buikademhaling. Een dergelijk patroon zou een stabiliserende werking kunnen hebben op de manier van ademhalen en daarmee het vloeiend spreken (zingen) kunnen bevorderen.
Zijn er behalve logopedie ook andere therapieën?
Ja. Behalve therapie bij een logopedist of logopedist-stottertherapeut is er ook therapie mogelijk bij niet-reguliere stotterprogramma’s. Zie therapievormen voor meer informatie.
Wordt stottertherapie vergoed door de zorgverzekeraars?
Als de stottertherapie wordt aangeboden door een logopedist-stottertherapeut (reguliere therapie) wordt het als logopedie vergoed vanuit het basispakket. Als de therapeut geen contract heeft getekend met uw verzekeraar, worden de kosten ook vergoed, maar mogelijk niet volledig. Dit hangt van uw polis af (natura of restitutie). Ook behandeling door logopedisten die niet de specialisatie-opleiding tot stottertherapeut hebben gedaan wordt vanuit het basispakket vergoed.
Stotterprogramma’s bij niet-reguliere instellingen worden soms vergoed vanuit de aanvullende verzekering.
Kan ik de voor- nadelen van het stotteren benutten in een sollicitatie?
Afhankelijk van de functie kunnen voor- en nadelen benut worden. Als je zelfvertrouwen uitstraalt ondanks je stotters zegt dat iets over hoe je omgaat met je handicap en jezelf. Je 'bewijst' dat er mee kunt omgaan. Van voordelen is zelden sprake. De folder Stotteren en werk bevat meer informatie. De folder is te bestellen via de StotterFonds StotterFonds WebshopWebshop.
Kan ik beter een baan nemen waarbij ik niet zoveel hoef te praten?
Nee. Neem liever een baan die je graag wilt en goed kan. Praten moet altijd wel eens. Wanneer je voor je werk weinig hoeft te praten, worden de keren dat je wel moet praten moeilijker voor je. Een moeilijke situatie wordt vaak makkelijker als je deze vaak kan oefenen. De folder Stotteren en werk bevat meer informatie. De folder is te bestellen via de StotterFonds Webshop.
Mijn kind wordt tweetalig opgevoed. Is dit van invloed op zijn stotteren?
Voor zover bekend is tweetaligheid geen oorzaak van stotteren. Echter, wanneer uw tweetalige kind gaat stotteren is het raadzaam om na te gaan waar communicatieve druk ligt die verminderd kan worden en welke rol de tweetaligheid daarin speelt.
Op zichzelf is het geen probleem om op te groeien met meer dan een taal. Ongeveer 80% van de wereldbevolking is meertalig! Het kan juist een voordeel zijn voor kinderen als zij jong meer dan één taal leren spreken. Er zijn sterke aanwijzingen dat sommige aspecten van de ontwikkeling er zelfs door worden bevorderd. Tweetalige kinderen worden zich bijvoorbeeld eerder bewust van taalverschijnselen, door het wisselen van taal. Zij kunnen al heel vroeg bewust met taal en taalverschillen omgaan.
De voordelen van het opgroeien met verschillende talen zijn over het algemeen het grootst als de omstandigheden gunstig zijn. Als bijvoorbeeld de verschillende talen goed worden aangeboden (en niet gebroken), als het kind goed hoort en verder geen ontwikkelingsproblemen of handicaps heeft en als de omgeving veilig en stimulerend voor de ontwikkeling is. Tweetaligheid kan een complicerende factor worden als deze gunstige condities ontbreken.
Het tegelijkertijd leren van verschillende talen kan lastig zijn voor een opgroeiend kind als de ouders en de broers en zusjes thuis steeds Nederlands en een andere taal door elkaar spreken. De best mogelijke oplossing is om dan ten minste te zorgen voor enige regelmaat: de ene taal wordt op die momenten gesproken en de andere taal op de andere momenten. Of de ene persoon spreekt altijd Nederlands tegen het kind en de ander altijd de andere taal.
Door naar al deze aspecten te kijken, kunt u uw stotterende kind helpen om het spreken te vergemakkelijken.
Wat zijn normale- wat abnormale onvloeiendheden?
Normale onvloeiendheden:
on-effenheden die elke spreker in zijn/ haar spreken heeft, zoals: onderbrekingen, stopwoordjes, herhalingen, opnieuw beginnen etc.
Abnormale onvloeiendheden:
het herherherhalen, vvvvvvverlengen en blokkades die de eenheid van een woord doorbreken.