Veelgestelde vragen ouders
Wat is stotteren?
Stotteren is een vorm van onvloeiend spreken: een verzameling van hoorbare, soms zichtbare en vaak ook verborgen symptomen, die per situatie kunnen verschillen.
Mensen die stotteren vormen geen homogene groep. Ieder heeft zijn eigen specifieke verzameling symptomen, die niet onder alle omstandigheden gelijk zijn.
Stottersymptomen kunnen zijn:
- Hoorbare symptomen: herhalingen (van een klank of klankgroep), klankverlengingen en blokkades. Deze zijn te onderscheiden van 'normale' niet-vloeiendheden zoals ontspannen woord- of zinsdeelherhalingen, tussenvoegingen (zoals ‘eh’) en ontspannen pauzes.
- Zichtbare symptomen: overmatige spanning en/of meebewegingen in het gezicht, romp of ledematen.
- Verborgen symptomen: spreekangst, stotterangst, vermijden van woorden, vermijden van spreeksituaties, minderwaardig voelen, schaamte, depressies. Vooral de verborgen symptomen kunnen leiden tot psychosociale problematiek, leerproblemen of minder presteren.
Wat is de oorzaak van stotteren?
Er is niet één specifieke oorzaak te noemen. Verschillende wetenschappelijke onderzoeken leggen de nadruk op verschillende aspecten van het spraakproces. Spreken is een ingewikkeld proces. Voordat en terwijl er gesproken wordt, gebeurt er veel in de hersenen. Eerst moet de spreker een globaal idee hebben van welke boodschap hij over wil brengen. Dan zoekt hij de juiste woorden en analyseert welke klanken daarbij nodig zijn. Daarna worden de vele spieren aan het werk gezet. Daarbij vindt voortdurende terugkoppeling plaats: klopt het plan? Wordt de juiste klank geproduceerd? Ook wordt rekening gehouden met de luisteraar en de context.
Bij iedereen treden wel eens foutjes op in dit proces, maar bij iemand die stottert is er sprake van een in aanleg zwakker spraaksysteem. Als dit samengaat met uitlokkers zoals verhoogde spanning of snelheid, ontstaat stotteren.
Er is altijd een aanlegfactor, die niet erfelijk hoeft te zijn. Er is meer kans op de ontwikkeling van stotteren als stotteren in de familie voorkomt.
Word je met stotteren geboren?
Mensen die chronisch stotteren, zijn geboren met aanleg hiervoor. Of iemand echt gaat stotteren wordt vervolgens ook bepaald door (een combinatie van) uitlokkers als spanning, snelheid en belemmeringen (zoals bijvoorbeeld moeite met taal of spraak in het algemeen). Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat als een kind van 6 à 7 jaar nog stottert, de kans snel kleiner wordt dat het er nog helemaal vanaf komt.
Zie ook het artikel Stotteren: van genetica naar neurologie.
Kan stotteren overgaan?
De prevalentie van stotteren, het totaal aantal personen dat stottert op een specifiek moment, wordt geschat op 0,7-1% van de wereldbevolking. Omdat stotteren vaak herstelt bij kinderen onder de zes jaar, is de prevalentie in deze jonge bevolkingsgroep groter dan bij een oudere populatie. De incidentie voor stotteren, het percentage van de bevolking dat ooit heeft gestotterd, wordt geschat op 5 tot 17%.
Starten met de behandeling van jonge stotterende kinderen vóórdat het stotteren vijftien maanden aanwezig is, en therapie tijdens de peuter- of kleuterleeftijd (vóór de start van groep drie) lijkt betere kansen op herstel te geven dan wanneer de therapie later wordt gestart. Ook is de kans op terugval kleiner als kinderen voor groep drie zijn behandeld, dan wanneer de therapie start als ze al zeven jaar of ouder zijn.
Bron: Richtlijn stotteren bij kinderen, adolescenten en volwassenen 2020
Is stotteren erfelijk?
Tweelingstudies en familiestudies geven duidelijke aanwijzingen voor het bestaan van een sterke genetische factor bij het ontstaan van stotteren. Er is berekend dat stotteren voor circa 80% te verklaren is vanuit de genetische achtergrond.
Ook wat betreft de kans op spontaan herstel van stotteren speelt de familiegeschiedenis een rol: Als er blijvend stotteren voorkomt in de familie, dan is de kans dat het kind, zonder behandeling, ook blijft stotteren 65%. Als er familieleden zijn waarbij de vloeiende spraak zich heeft hersteld, is de kans op spontaan herstel bij dit kind ook 65%. (Bron: Richtlijn ‘Stotteren bij kinderen, adolescenten en volwassenen’ 2020)
Wat zijn normale- wat abnormale onvloeiendheden?
Normale onvloeiendheden:
Oneffenheden die elke spreker heeft, zoals:
-het herhalen van een heel woord of zinsdeel: ‘En en toen ben ik…’, ‘Maar als je dan, maar als je dan…’
-het onderbreking of wijzigen van de zin: ‘Ik wil graag – als het kan zou ik graag…’
-stopwoordjes: ‘weet je wel’, ‘ehh’
Stotter-onvloeiendheden:
Onvloeiendheden, zoals: -het herhalen van een klank of klankgroep: ’I-i-i-ik’, ‘Ma-ma-maar’
-het verlengen van een klank: ‘Iiiik’, ‘Mmmmaar’
-blokkades (vastzitten voor of op de klank)
Stotter-onvloeiendheden gaan al dan niet gepaard met overmatige spierspanning en vaak beïnvloeden ze het ritme van de spraak.
Mijn kind wordt tweetalig opgevoed. Is dit van invloed op zijn stotteren?
Voor zover bekend is tweetaligheid geen oorzaak van stotteren. Echter, wanneer uw tweetalige kind gaat stotteren, is het raadzaam om na te gaan wanneer welke taal gesproken wordt en of de mix van talen misschien extra druk op de communicatie legt voor uw kind. Soms kan het meer scheiden van de talen zorgen voor meer rust en duidelijkheid. Bijvoorbeeld binnenshuis spreekt vader steeds Turks en moeder steeds Spaans tegen het kind en buitenshuis spreken ze Nederlands.
Op zichzelf is het geen probleem om op te groeien met meer dan één taal. Ongeveer 80% van de wereldbevolking is meertalig! Het kan juist een voordeel zijn voor kinderen als zij jong meer dan één taal leren spreken. Er zijn sterke aanwijzingen dat sommige aspecten van de ontwikkeling er zelfs door worden bevorderd. Tweetalige kinderen worden zich bijvoorbeeld eerder bewust van taalverschijnselen, door het wisselen van taal. Zij kunnen al heel vroeg bewust met taal en taalverschillen omgaan.
De voordelen van het opgroeien met verschillende talen zijn over het algemeen het grootst als de omstandigheden gunstig zijn. Als bijvoorbeeld de verschillende talen correct worden aangeboden, als het kind goed hoort en verder geen ontwikkelingsproblemen of handicaps heeft en als de omgeving veilig en stimulerend voor de ontwikkeling is. Tweetaligheid kan een complicerende factor worden als deze gunstige condities ontbreken.
Het tegelijkertijd leren van verschillende talen kan lastig zijn voor een opgroeiend kind als de gezinsleden steeds Nederlands en een andere taal door elkaar spreken. De best mogelijke oplossing is om dan te zorgen voor enige regelmaat: de ene taal wordt op die momenten gesproken en de andere taal op de andere momenten. Of de ene persoon spreekt altijd Nederlands tegen het kind en de ander altijd de andere taal.
Wat is broddelen?
Bij broddelen is er sprake van snel en onverstaanbaar spreken. De planning van de spraak- en taalactiviteiten in de hersenen is verstoord. Deze verstoring treedt op als de persoon te snel spreekt, een belangrijk kenmerk van broddelen. De broddelende spreker heeft dit op het moment dat hij zijn woorden uitspreekt meestal niet door. Broddelen en stotteren komen in de praktijk vaak in mengvorm voor; vaker dan zuiver broddelen of zuiver stotteren.
Zie ook https://www.stotteren.nl/jongeren/845-over-broddelen-2.html of de website https://toofastforwords.com/nl/.
Wordt stottertherapie vergoed door de zorgverzekeraars?
Als de stottertherapie wordt aangeboden door een logopedist-stottertherapeut (reguliere therapie), wordt het als logopedie vergoed vanuit het basispakket. Als de therapeut geen contract heeft getekend met uw verzekeraar, worden de kosten ook vergoed, maar mogelijk niet volledig. Dit hangt van de polis van uw basisverzekering af (natura of restitutie). Ook behandeling door logopedisten die niet de specialisatie-opleiding tot stottertherapeut hebben gedaan wordt vanuit het basispakket vergoed.
Stotterprogramma’s bij niet-reguliere instellingen worden soms vergoed vanuit de aanvullende verzekering.
Veelgestelde vragen jongeren
Wat is stotteren?
Stotteren is niet-vloeiend spreken: een verzameling van hoorbare, soms zichtbare en vaak ook verborgen symptomen, die per situatie kunnen verschillen.
De symptomen zijn habitueel (een gewoonte) en te onderscheiden van 'normale' niet-vloeiendheden.
- Hoorbare symptomen kunnen zijn: herhalingen, verlengingen en blokkades.
- Zichtbare symptomen kunnen zijn: meebewegingen in het gezicht of van ledematen; aan spreken gekoppelde 'tics'.
- Verborgen symptomen: spreekangst, stotterangst, vermijden van spreeksituaties (sociale angst), minderwaardig voelen, schaamte, depressies.Vooral de verborgen symptomen kunnen leiden tot leerproblemen, minder presteren, psycho-sociale problematiek.
Mensen die stotteren vormen geen homogene groep. Ieder heeft zijn eigen specifieke verzameling symptomen, die zelfs niet onder alle omstandigheden gelijk zijn, afhankelijk van stressfactoren. Bij elk individu liggen de accenten weer anders.
Wat is de oorzaak van stotteren?
Er is niet één specifieke oorzaak te noemen.
Spreken is een ingewikkeld proces van timing en coördinatie van ademhaling en veel spieren en spiertjes, gestuurd door de hersenen.
In dit ingewikkelde proces gaat bij iedereen wel eens iets mis, maar bij iemand die stottert is er sprake van een stoornis in de timing en coördinatie van dit proces.
Gebrek aan taalvaardigheden en concentratie kunnen eveneens een rol spelen bij het aanleerproces van (afwijkend) spreekgedrag.
Er is altijd een aanlegfactor (talent!), die niet erfelijk hoeft te zijn. Er is meer kans op de ontwikkeling van stotteren als stotteren in de familie voorkomt.
Word je met stotteren geboren?
Mensen die chronisch stotteren zijn geboren met aanleg hiervoor. Zie ook het artikel 'Stottergenen ontdekt'. Of iemand echt gaat stotteren wordt vervolgens ook bepaald door (een combinatie van) uitlokkers als spanning, snelheid en belemmeringen (zoals bijvoorbeeld moeite met taal of spraak in het algemeen).
Kan stotteren overgaan?
Bij 5% van de bevolking komt stotteren in de kinderleeftijd voor (incidence), bij 1% (prevalence) ontwikkelt het zich tot een min of meer blijvende stoornis - gevestigd stotteren - van licht tot ernstig. Voor de laatste categorie heeft therapie een tijdelijk of blijvend effect, afhankelijk van vele factoren. Terugval komt bij (ernstig) stotteren veel voor.
Bij jonge stotterende kinderen is er binnen de eerste 2 jaar na het ontstaan van het stotteren nog een kans op herstel. Hoe langer het kind stottert, hoe kleiner deze kans wordt.
In de praktijk blijkt dat eerder gevolgde therapieën in een latere levensfase hun vruchten kunnen afwerpen, als opnieuw dezelfde of een andere therapie wordt gevolgd.
Heeft stotteren iets te maken met een verkeerde ademhaling?
Tijdens spreken ademen we uit en bewegen we onder andere onze stembanden, kaak, tong en lippen. Het komt bij stotteren vaak voor dat de ademhaling niet soepel verloopt. Dit kan echter zowel een oorzaak als een gevolg van stotteren zijn.
Soms wordt er in de therapie voor gekozen oefeningen te doen om de adem, en zo het spreken, onder controle te krijgen, bijvoorbeeld spreken op ademritme of het oefenen van een buikademhaling. Soms wordt aan andere aspecten van het spreken gewerkt, zoals het spreektempo, de spierspanning en de gedachten en gevoelens die met het spreken te maken hebben. Vaak verbetert de ademhaling dan automatisch als deze andere aspecten verbeteren.
Omdat ademhaling normaliter een onbewust proces is, dat vanzelf gaat, is het fijn als dit niet bewust gestuurd hoeft te worden. Maar anderzijds kan een ademoefening meer spreekrust geven en daardoor een basis zijn voor vloeiendheid.
Wat kan ik verwachten van de logopedist?
Een logopedist doet in eerste instantie uitgebreid stotteronderzoek. Hierbij wordt het stotteren in kaart gebracht. Het hoorbare en zichtbare stottergedrag, zoals herhalingen, verlengingen, blokkades, meebewegingen, uitlokkende en/of in stand houdende factoren, zoals snelheid, spanning in de persoon of in de omgeving, belemmeringen. Hoe reageert de persoon op het onvloeiend spreken, waarbij zowel wordt gekeken naar gedrag (bijv. vermijding, vechtgedrag) als gedachten over het spreken en emoties die hierbij een rol spelen. Hoe reageert de directe omgeving van de persoon op het stotteren.
Naar aanleiding van dit onderzoek zal de logopedist een plan van aanpak opstellen. Het gaat er dan om de vaardigheden dermate te vergroten dat het spreken vloeiender verloopt. Dit kan zijn door bijvoorbeeld de spraakmotoriek te oefenen, maar ook door specifieke spreektechnieken te oefenen of aanpak van de beleving van het stotteren.
Zijn er behalve logopedie ook andere therapieën?
Ja. Behalve therapie bij een logopedist of logopedist-stottertherapeut is er ook therapie mogelijk bij niet-reguliere stotterprogramma’s.
Zie therapievormen voor meer informatie.
Wordt stottertherapie vergoed door de zorgverzekeraars?
Als de stottertherapie wordt aangeboden door een logopedist-stottertherapeut (reguliere therapie) wordt het als logopedie vergoed vanuit het basispakket. Als de therapeut geen contract heeft getekend met uw verzekeraar, worden de kosten ook vergoed, maar mogelijk niet volledig. Dit hangt van uw polis af (natura of restitutie). Ook behandeling door logopedisten die niet de specialisatie-opleiding tot stottertherapeut hebben gedaan wordt vanuit het basispakket vergoed.
Stotterprogramma’s bij niet-reguliere instellingen worden soms vergoed vanuit de aanvullende verzekering.
Veelgestelde vragen volwassenen
Wat is stotteren?
Stotteren is niet-vloeiend spreken: een verzameling van hoorbare, soms zichtbare en vaak ook verborgen symptomen, die per situatie kunnen verschillen.
De symptomen zijn habitueel (een gewoonte) en te onderscheiden van 'normale' niet-vloeiendheden.
- Hoorbare symptomen kunnen zijn: herhalingen, verlengingen en blokkades.
- Zichtbare symptomen kunnen zijn: meebewegingen in het gezicht of van ledematen; aan spreken gekoppelde 'tics'.
- Verborgen symptomen: spreekangst, stotterangst, vermijden van spreeksituaties (sociale angst), minderwaardig voelen, schaamte, depressies.Vooral de verborgen symptomen kunnen leiden tot leerproblemen, minder presteren, psycho-sociale problematiek.
Mensen die stotteren vormen geen homogene groep. Ieder heeft zijn eigen specifieke verzameling symptomen, die zelfs niet onder alle omstandigheden gelijk zijn, afhankelijk van stressfactoren. Bij elk individu liggen de accenten weer anders.
Wat is de oorzaak van stotteren?
Er is niet één specifieke oorzaak te noemen.
Spreken is een ingewikkeld proces van timing en coördinatie van ademhaling en veel spieren en spiertjes, gestuurd door de hersenen.
In dit ingewikkelde proces gaat bij iedereen wel eens iets mis, maar bij iemand die stottert is er sprake van een stoornis in de timing en coördinatie van dit proces.
Gebrek aan taalvaardigheden en concentratie kunnen eveneens een rol spelen bij het aanleerproces van (afwijkend) spreekgedrag.
Er is altijd een aanlegfactor (talent!), die niet erfelijk hoeft te zijn. Er is meer kans op de ontwikkeling van stotteren als stotteren in de familie voorkomt.
Hoeveel mensen stotteren?
In Nederland zijn ongeveer 175.000 mensen die stotteren (ongeveer 1 procent).
Naar schatting bedraagt het totaal aantal stotterende personen in de Europese Unie ruim 3,4 miljoen.
Word je met stotteren geboren?
Mensen die chronisch stotteren zijn geboren met aanleg hiervoor. Zie ook het artikel ‘Stottergenen ontdekt’. Of iemand echt gaat stotteren wordt vervolgens ook bepaald door (een combinatie van) uitlokkers als spanning, snelheid en belemmeringen (zoals bijvoorbeeld moeite met taal of spraak in het algemeen).
Is stotteren erfelijk?
Kinderen met een stotterende vader of moeder lopen een grotere kans om te gaan stotteren. Gewoonlijk is die kans 5%, maar als een van de ouders stottert is de kans ongeveer 25%. Dat wil nog niet zeggen, dat als een kind begint te stotteren, het ook zeker blijft stotteren. Vaak verdwijnt stotteren ook weer, door de juiste maatregelen van de ouders, door therapie of gewoon zomaar?.. moeder natuur werkt mee. (bron t.t.t.t.tijd voor stotter preventie VSN)
Kan stotteren overgaan?
Bij 5% van de bevolking komt stotteren in de kinderleeftijd voor (incidence), bij 1% (prevalence) ontwikkelt het zich tot een min of meer blijvende stoornis - gevestigd stotteren - van licht tot ernstig. Voor de laatste categorie heeft therapie een tijdelijk of blijvend effect, afhankelijk van vele factoren. Terugval komt bij (ernstig) stotteren veel voor.
Bij jonge stotterende kinderen is er binnen de eerste 2 jaar na het ontstaan van het stotteren nog een kans op herstel. Hoe langer het kind stottert, hoe kleiner deze kans wordt.
In de praktijk blijkt dat eerder gevolgde therapieën in een latere levensfase hun vruchten kunnen afwerpen, als opnieuw dezelfde of een andere therapie wordt gevolgd.
Heeft stotteren iets te maken met een verkeerde ademhaling?
Tijdens spreken ademen we uit en bewegen we onder andere onze stembanden, kaak, tong en lippen. Het komt bij stotteren vaak voor dat de ademhaling niet soepel verloopt. Dit kan echter zowel een oorzaak als een gevolg van stotteren zijn.
Soms wordt er in de therapie voor gekozen oefeningen te doen om de adem, en zo het spreken, onder controle te krijgen, bijvoorbeeld spreken op ademritme of het oefenen van een buikademhaling. Soms wordt aan andere aspecten van het spreken gewerkt, zoals het spreektempo, de spierspanning en de gedachten en gevoelens die met het spreken te maken hebben. Vaak verbetert de ademhaling dan automatisch als deze andere aspecten verbeteren.
Omdat ademhaling normaliter een onbewust proces is, dat vanzelf gaat, is het fijn als dit niet bewust gestuurd hoeft te worden. Maar anderzijds kan een ademoefening meer spreekrust geven en daardoor een basis zijn voor vloeiendheid.
Waarom stottert iemand soms wel en soms niet?
Stotteren wordt vaak uitgelokt door stress. Iemand die stottert zal dan ook vooral haperen als hij gespannen of opgewonden is. De zwakke aanleg voor de timing van spreekbewegingen vormt de basis voor de snellere ontregeling van het spreken. De bijkomende angst of nervositeit zet de spreekspieren nog meer onder spanning.
Er zijn echter veel individuele verschillen: bij de één is het stotteren sterk gekoppeld aan bepaalde situaties en/of personen, terwijl het stotteren bij de ander altijd en overal ongeveer hetzelfde is. In veel gevallen zorgt stotterangst of angst voor de omgeving ervoor dat een persoon die stottert zijn controle verliest. Als een persoon die stottert een speech of een voordracht moet houden, kan hij zo lang op de moeilijke woorden oefenen (of deze vermijden) dat de tekst er in één keer uitkomt. Luisteraars hoeven dan niet eens te merken dat de spreker stottert; in feite stottert hij "in zijn hoofd". Wanneer er weinig eisen gesteld worden aan een gesprek, is het waarschijnlijk dat iemand ook minder zal stotteren. Dit is bijvoorbeeld het geval bij praten tegen kleine kinderen of huisdieren of bij hardop voorlezen als er niemand bij is.
Waarom stotteren er meer mannen dan vrouwen?
Een opmerkelijk feit is dat wereldwijd meer mannelijke dan vrouwelijke personen die stotteren zijn, in een verhouding van 4:1. Op peuterleeftijd is de verhouding jongens die stotteren: meisjes die stotteren 2:1. Kennelijk herstellen meisjes makkelijker van beginnend stotteren dan jongens. Op zich is het bekend dat de meeste ontwikkelingsproblemen vaker bij jongens voorkomen dan bij meisjes, dus stotteren is hierop geen uitzondering.
Waarom? dat weten we eigenlijk niet. We vermoeden dat de snellere rijping bij meisjes, met name van taal, spraak en motoriek, hierbij een rol speelt. Daarnaast hebben jongens een grotere kans op overerving van de aanleg voor stotteren. Vroeger dacht men dat misschien opvoeding een rol speelde; van jongens werd mogelijk op taalgebied meer verwacht dan van meisjes. Maar dit lijkt in de huidige tijd toch niet meer aan de orde.
Hoe kan het dat iemand soms pas op latere leeftijd gaat stotteren?
Het komt weinig voor dat iemand pas op latere leeftijd gaat stotteren. Meestal is een plotseling optredend emotioneel trauma de aanleiding. Zoals het overlijden van een geliefde of een ongeluk. Bij een goed (begeleid) verwerkingsproces zal geen gewoontevorming optreden.
Soms begint stotteren in de puberteit. Ook dan is het zaak snel een stottertherapeut te raadplegen om de oorzaken te analyseren en een aanleerproces te voorkomen.
Hoe kan je het best reageren op een persoon die stottert?
Het meest algemene advies hoe te reageren op een persoon die stottert is 'gewoon'. Luister naar wat hij zegt, doe niet schichtig. Ga vooral niet luider of breedsprakiger praten. Vraag eventueel aan de persoon zelf of hij/ zij aangevuld wil worden. Meestal is dit niet wenselijk.
Wat is broddelen?
Broddelen en stotteren
Broddelen is, evenals stotteren, een vloeiendheidsstoornis in het spreken.
Bij stotteren zijn er onvrijwillige onderbrekingen in de vloeiendheid van de spraak. Personen die stotteren hebben vaak een gevoel van controleverlies. Bij broddelen is er sprake van snel en onverstaanbaar spreken. De planning van de spraak- en taalactiviteiten in de hersenen is verstoord. Deze verstoring treedt op als degene te snel spreekt, een belangrijk kenmerk van broddelen. De broddelende spreker heeft dit op het moment dat hij zijn woorden uitspreekt meestal niet door. Broddelen en stotteren komen in de praktijk vaak in mengvorm voor; vaker dan zuiver broddelen of zuiver stotteren.
Kenmerken
Het belangrijkste kenmerk van broddelen is, zoals genoemd, een te hoog of wisselend spreektempo.
Hierdoor kan er sprake zijn van:
- veel normale onvloeiendheden (zoals zinnen halverwege veranderen, woorden tussenvoegen, woord- of zinsdeelherhalingen);
- fouten in de woordstructuur (zoals lettergrepen verwisselen of woorden in elkaar schuiven, bijvoorbeeld ‘graasvohnies’ in plaats van ‘gratis en voor niets’);
- onjuiste spreekpauzes (te veel, te weinig of op onlogische plaatsen);
- onlogische zinsmelodie;
- moeite met het nemen van de beurt in de communicatie;
- onvoldoende rekening houden met de voorkennis of informatiebehoefte van de luisteraar.
Definitie
Logopedist-stottertherapeut Yvonne Van Zaalen deed wetenschappelijk onderzoek naar Broddelen en schreef er een boek* over. Zij stelde de volgende definitie op: Broddelen is een vorm van niet-vloeiend spreken waarin de spreker onvoldoende in staat is zijn spreektempo aan te passen aan de spraakmotorische en/of linguïstische eisen van het moment.
Verstoorde communicatie
De communicatie met een broddelende spreker verloopt vaak niet optimaal. Door genoemde kenmerken komt het verhaal op de luisteraar warrig over en wordt de spreker niet goed begrepen. De persoon die broddelt weet vaak niet wat er precies misgaat. Bij een vraag om herhaling zal hij/zij het vaak op dezelfde manier opnieuw zeggen en weer niet worden begrepen. Dit kan zorgen voor frustratie bij zowel de luisteraar als de broddelende spreker.
Leeftijd
We spreken meestal pas van broddelen als een kind tien jaar of ouder is. Rond die leeftijd neemt de spreeksnelheid van een kind toe. Bij kinderen die aanleg hebben voor broddelen heeft dit dan zijn weerslag op de verstaanbaarheid. Mogelijk waren er al eerder kenmerken van broddelen hoorbaar. Bij jongere kinderen zijn de fouten in de formulering vaak echter nog moeilijk te onderscheiden van de fouten die kinderen met taalontwikkelingsstoornissen maken, dus wordt doorgaans nog niet van broddelen gesproken.
Therapie
Een logopedist of logopedist-stottertherapeut kan helpen bij het analyseren van het probleem: Waardoor is iemand onvoldoende te verstaan? De therapie zal vervolgens voor een belangrijk deel bestaan uit het trainen van de zelfwaarneming. De persoon die broddelt wordt zich zo steeds bewuster van de kenmerken die zijn spraak moeilijk verstaanbaar maken, maar ook wat hij kan doen om duidelijker te spreken. Zelfvertrouwen rondom het spreken is een belangrijke factor binnen de therapie.
Op deze website vindt u onder Vind een therapeut, de reguliere therapeuten die gespecialiseerd zijn in stotteren. Deze logopedisten en logopedist-stottertherapeuten hebben ook extra kennis over en ervaring met broddelen.
Meer informatie over broddelen is te vinden op de website https://toofastforwords.com/nl/.
*Van Zaalen Y. en C. Winkelman (2014) Broddelen, een (on)begrepen stoornis
Wat kan ik verwachten van de logopedist (volwassenen)?
Een logopedist doet in eerste instantie uitgebreid stotteronderzoek. Hierbij wordt het stotteren in kaart gebracht. Het hoorbare en zichtbare stottergedrag, zoals herhalingen, verlengingen, blokkades, meebewegingen, uitlokkende en/of in stand houdende factoren, zoals snelheid, spanning in de persoon of in de omgeving, belemmeringen. Hoe reageert de persoon op het onvloeiend spreken, waarbij zowel wordt gekeken naar gedrag (bijv. vermijding, vechtgedrag) als gedachten over het spreken en emoties die hierbij een rol spelen. Hoe reageert de directe omgeving van de persoon op het stotteren.
Naar aanleiding van dit onderzoek zal de logopedist een plan van aanpak opstellen. Het gaat er dan om de vaardigheden dermate te vergroten dat het spreken vloeiender verloopt. Dit kan zijn door bijvoorbeeld de spraakmotoriek te oefenen, maar ook door specifieke spreektechnieken te oefenen of aanpak van de beleving van het stotteren.
Hoe komt het dat ik tijdens het zingen niet stotter?
Bij mensen die stotteren is het spraakmotorisch systeem dat zorgt voor het in een akoestisch signaal omzetten van geformuleerde gedachten, minder stabiel dan bij mensen die niet stotteren. In bepaalde condities treedt er een storing op in hun spraakapparaat hetgeen zich uit in interrupties van spraakbewegingen die als stotters worden waargenomen.
Tijdens zingen gebeurt dit gemiddeld genomen veel minder vaak dan tijdens (spontaan) spreken. Factoren die daarbij een rol kunnen spelen zijn:
- tijdens het zingen zijn het ritme en de melodie gegeven
- het spreektempo is vertraagd
- de tekst van de liederen ligt vast en is meestal bekend
- er is geen sprake van beurtwisseling
- er is geen keus om wel of niet iets te zeggen
- er wordt meer gebruik gemaakt van buikademhaling
Zingen is wat betreft spreekcondities erg vergelijkbaar met het in een langzaam tempo nazeggen van zinnen: ook dat doen heel veel mensen die stotteren vloeiend. Ook tijdens het langzaam nazeggen van zinnen hoeft er voor veel factoren niet zelf een plan van uitvoering te worden gemaakt.
Verder ziet men in zang vaak een veranderd patroon in de relatieve duur van klanken, waarbij met name de vocalen langer worden aangehouden, hetgeen de transitie van en naar buurklanken kan vereenvoudigen. In feite is dit zeer vergelijkbaar met strategieën die vaak worden gehanteerd in spraakmotorische stottertherapieën of ook wel spontaan en onbewust door personen die stotteren kunnen worden gehanteerd.
Bij onderzoek naar de ademhalingspatronen van zang en spraak, is gebleken dat de relatieve bijdrage van buikademhaling verschilt voor spraak en zang en dat dit verschil met name bij stotteraars toeneemt ten gunste van buikademhaling. Een dergelijk patroon zou een stabiliserende werking kunnen hebben op de manier van ademhalen en daarmee het vloeiend spreken (zingen) kunnen bevorderen.
Zijn er behalve logopedie ook andere therapieën?
Ja. Behalve therapie bij een logopedist of logopedist-stottertherapeut is er ook therapie mogelijk bij niet-reguliere stotterprogramma’s. Zie therapievormen voor meer informatie.
Wordt stottertherapie vergoed door de zorgverzekeraars?
Als de stottertherapie wordt aangeboden door een logopedist-stottertherapeut (reguliere therapie) wordt het als logopedie vergoed vanuit het basispakket. Als de therapeut geen contract heeft getekend met uw verzekeraar, worden de kosten ook vergoed, maar mogelijk niet volledig. Dit hangt van uw polis af (natura of restitutie). Ook behandeling door logopedisten die niet de specialisatie-opleiding tot stottertherapeut hebben gedaan wordt vanuit het basispakket vergoed.
Stotterprogramma’s bij niet-reguliere instellingen worden soms vergoed vanuit de aanvullende verzekering.
Kan ik de voor- nadelen van het stotteren benutten in een sollicitatie?
Afhankelijk van de functie kunnen voor- en nadelen benut worden. Als je zelfvertrouwen uitstraalt ondanks je stotters zegt dat iets over hoe je omgaat met je handicap en jezelf. Je 'bewijst' dat er mee kunt omgaan. Van voordelen is zelden sprake. De folder Stotteren en werk bevat meer informatie. De folder is te bestellen via de StotterFonds StotterFonds WebshopWebshop.
Kan ik beter een baan nemen waarbij ik niet zoveel hoef te praten?
Nee. Neem liever een baan die je graag wilt en goed kan. Praten moet altijd wel eens. Wanneer je voor je werk weinig hoeft te praten, worden de keren dat je wel moet praten moeilijker voor je. Een moeilijke situatie wordt vaak makkelijker als je deze vaak kan oefenen. De folder Stotteren en werk bevat meer informatie. De folder is te bestellen via de StotterFonds Webshop.
Mijn kind wordt tweetalig opgevoed. Is dit van invloed op zijn stotteren?
Voor zover bekend is tweetaligheid geen oorzaak van stotteren. Echter, wanneer uw tweetalige kind gaat stotteren is het raadzaam om na te gaan waar communicatieve druk ligt die verminderd kan worden en welke rol de tweetaligheid daarin speelt.
Op zichzelf is het geen probleem om op te groeien met meer dan een taal. Ongeveer 80% van de wereldbevolking is meertalig! Het kan juist een voordeel zijn voor kinderen als zij jong meer dan één taal leren spreken. Er zijn sterke aanwijzingen dat sommige aspecten van de ontwikkeling er zelfs door worden bevorderd. Tweetalige kinderen worden zich bijvoorbeeld eerder bewust van taalverschijnselen, door het wisselen van taal. Zij kunnen al heel vroeg bewust met taal en taalverschillen omgaan.
De voordelen van het opgroeien met verschillende talen zijn over het algemeen het grootst als de omstandigheden gunstig zijn. Als bijvoorbeeld de verschillende talen goed worden aangeboden (en niet gebroken), als het kind goed hoort en verder geen ontwikkelingsproblemen of handicaps heeft en als de omgeving veilig en stimulerend voor de ontwikkeling is. Tweetaligheid kan een complicerende factor worden als deze gunstige condities ontbreken.
Het tegelijkertijd leren van verschillende talen kan lastig zijn voor een opgroeiend kind als de ouders en de broers en zusjes thuis steeds Nederlands en een andere taal door elkaar spreken. De best mogelijke oplossing is om dan ten minste te zorgen voor enige regelmaat: de ene taal wordt op die momenten gesproken en de andere taal op de andere momenten. Of de ene persoon spreekt altijd Nederlands tegen het kind en de ander altijd de andere taal.
Door naar al deze aspecten te kijken, kunt u uw stotterende kind helpen om het spreken te vergemakkelijken.
Wat zijn normale- wat abnormale onvloeiendheden?
Normale onvloeiendheden:
on-effenheden die elke spreker in zijn/ haar spreken heeft, zoals: onderbrekingen, stopwoordjes, herhalingen, opnieuw beginnen etc.
Abnormale onvloeiendheden:
het herherherhalen, vvvvvvverlengen en blokkades die de eenheid van een woord doorbreken.
Veelgestelde vragen kinderen
Hoe komt het dat je stottert?
Je hebt meer dan 100 spieren nodig om te praten. Ook heb je gedachten nodig en adem. Als dit allemaal niet precies gelijk gaat kun je gaan stotteren. Je kunt aanleg hebben voor stotteren. Het zit dan in je genen, net zoals aanleg voor bruine of blauwe ogen. Of je gaat stotteren en hoe, dat hangt van veel andere dingen af. Hoe je karakter is, hoe snel je praat, hoe je omgeving praat, of je goed bent in taal of juist niet en of je sterke of wat slappere spreekspieren hebt.
Waarom heet het stotteren?
Waarom stotteren stotteren heet is niet bekend. Het is wel leuk als je naar de vertaling in andere talen kijkt. Het zijn vaak woorden die van zichzelf ook een beetje stotteren. In het Turks heet stotteren bijvoorbeeld kekemelik.
Welke stotters zijn er?
Er zijn verschillende soorten stotters:
Blokkades (vaste stotters): dit zijn stotters met veel spanning;
Herhalingen (losse stotters): dat zijn stotters waarbij je een klank of lettergreep meerdere
kekekekekekeren zegt;
Verlengingen (lange stoters): dan maak je een klank llllllllang;
Vermijding (stille stotter): dan kies je een ander woord om niet te hoeven stotteren (mijn fiets is kakastuk) of je houdt je mond.
Kan stotteren weer overgaan?
Bij kleine kinderen gaat het vaak weer over. Niet bij iedereen, want anders zouden er geen volwassenen zijn die stotteren. Door therapie kun je het vaak wel heel goed leren controleren via een spreektechniek. Dan heb je ook weinig last van je stotteren. Soms leer je juist bij therapie om je stotteren meer te laten horen, doordat je dan minder zenuwachtig bent, wordt het stotteren losser en minder.
Wat leer je bij stottertherapie?
Bij logopedie-stottertherapie leer je eerst hoe jouw stotteren in elkaar zit, hoe het klinkt en hoe het eruit ziet. Daarna leer je om alles wat je erbij doet (zoals oogknipperen of met je arm bewegen) weg te laten. Vaste stotters (blokkades) leer je losser te maken.
Ook train je je gedachten zodat je positiever over je stotteren en je spreken denkt. Zo wordt de angst om te spreken minder. Soms leer je zelfs expres stotteren om je angst aan te pakken.
Als laatste deel in de therapie leer je een spreektechniek waarmee je je stotteren controleert. Er zijn verschillende spreektechnieken. Samen met de therapeut wordt bepaald welke techniek goed bij jou en jouw spreken past.
Hoeveel mensen op de hele wereld stotteren?
Van alle mensen stottert er ongeveer 1% chronisch. Wereldwijd zijn er ongeveer 60 miljoen personen die stotteren. In Europa zijn dit er 3,74 miljoen. In Nederland zijn het 170.000 en in België 100.000 mensen.
Is stotteren erfelijk?
Ja. Je kunt aanleg hebben voor stotteren. Aanleg wordt doorgeven via je ouders. Vraag het ze maar eens als je zelf stottert. Vaak heeft je vader of moeder zelf gestotterd of je opa of je oma. Of misschien stottert er nog wel iemand in jouw familie.
Waarom stotteren er meer jongens dan meisjes?
Jongens groeien anders dan meisjes. Ze groeien opeens heel snel en dan staat het groeiproces weer stil. Bij meisjes gaat dat meer geleidelijk. In zo’n groeispurt begint het stotteren vaak of begint het weer opnieuw. Daarom begin je vaak met stotteren als je 3 of 4 jaar bent of als je ongeveer 11 jaar bent.
Mag je lachen om stotteren?
Uitlachen is natuurlijk nooit leuk. Maar stotteren is soms best grappig en dan mag je er wel om lachen. Het is wel goed om daar dan iets over te zeggen tegen degene die stottert. Als je zelf stottert lucht het vaak op als je grapjes kunt maken over je eigen stotteren. Samen lachen is natuurlijk het allerleukste. Er zijn ook best leuke grappen over stotteren:
Ken je de nieuwe film van Harry Stotter al?
De film is net zo leuk als die van Harry Potter maar duurt wel twee keer zo lang…