Nieuwe schoenen
Ik ging een keer schoenen kopen. Het ging zo:
”Goedemorgen, kan ik je helpen?”
Ik vond het al een hele opgave om zelf af te reizen naar de schoenenwinkel, laat staan om te midden van een drukke winkel een gesprek aan te gaan met de verkoopster. Helaas kon ik zelf het juiste paar niet vinden dus ik móest wel. Aarzelend begon ik. ”Eh, g-g-g-g-goede…”
Ik zal nooit vergeten hoe de verkoopster begon te zuchten. ”Hallo?”, zei ze nogmaals, terwijl ze rolde met haar ogen. Ik keek haar aan, lachte wat ongemakkelijk en ging nog even door met zagen.
”Hallo, kan ik je HEL-LE-PEN?”, klonk het terwijl ze wat verder over de toonbank boog.
Naast de zorgen die ik al had op dat moment, was ik nu óók nog eens bang dat ze dacht dat ik niet goed bij mijn verstand zou zijn. ”Na, ik-i-ik…”
”Nike? Je zoekt Nike schoenen?”
Beleefd schudde ik mijn hoofd. ”Nee, nie-nie-nie…”
”New Balance?”, klonk het gehaast. ”Die hebben we hoor. Staan daar in dat schap”. Ze wees naar een stelling achter me. Daar was ik echter al geweest.
Ik wilde haar daarop wijzen en wees die richting op. ”Ah, die-die-…”.
”Adidas!”, zei ze, op zo’n manier alsof ze zojuist het winnende woord bij Rad van Fortuin had geraden.”Staan daar ook hoor. Kijk maar, dáár.” En ze knikte nog eens die kant op, hopende dat ik met de staart tussen de benen af zou druipen zodat ze verlost van mij zou zijn.
Ik werd wanhopig, maar vreemd genoeg begon ik er ook de humor van in te zien. Ze had nu drie schoenmerken opgenoemd. Als ik nu zou gaan kuu-kuu-kukelen, zou ze dan met Le Coq Sportif op de proppen komen? Misschien raar maar ik kon een glimlach niet bedwingen.
”Ik ben blij dat je het leuk vindt”, klonk het opeens bits. ”Ik niet namelijk. Ik heb het druk. Dus kom op, wat wil je nou?”
Tegenwoordig krijg ik dat soort dingen niet meer te horen met mijn kale kop en die aangeboren frons erop, maar als onzekere puber kwamen die opmerkingen behoorlijk hard aan. Ik voelde me dan ook met de seconde kleiner worden, onmachtig ook. ”Kunt u mij niet gewoon even uit laten praten, mevrouw”, wilde ik antwoorden. Of iets in die strekking. In mijn gedachten, waar ik nooit last heb van stotteren, had ik de zin al klaar. Alleen… die zin begon met de letter K en ik wist dat ik daar sowieso stuk op zou gaan. Dus deed ik wat iedere stotteraar doet: ik zou een aanloopje nemen door er een ander woord voor te plakken. In dit geval het lullige woordje ’Poeh.’ ”P-p-poe-poeh…”
”Puma? Die hebben we óók. We hebben alles.” En om tijd te besparen noemde ze nog even snel alle mogelijk andere schoenmerken op: ”Asics, British Knights, Troop.”
Dat was de druppel voor mij en zoals zo vaak sloeg de constant aanwezige schaamte vanwege mijn absolute onvermogen om te communiceren om in pure frustratie. ”TROOP? Mens, bekijk het met je TROEP!”, klonk het vloeiend uit m'n mond. Bijtend op mijn onderlip beende ik de winkel uit. Zonder nieuwe schoenen, echter een nare ervaring rijker.
Op latere leeftijd leerde ik echter dat zulke mensen - mensen als deze nare verkoopster - er altijd zijn. Wat op zich prima is, misschien had deze mevrouw wel gewoon een slechte dag. Belangrijk om te weten is dat je geen controle hebt over andere mensen. Je kunt dus zélf besluiten of je toelaat dat hun negatieve reacties je raken. Vooral de boodschap die verborgen zit in deze laatste zin was een eye-opener voor mij, zelfs nu nog op zesenveertigjarige leeftijd.
Dus tref je de verkeerde persoon, probeer dan te bedenken dat diegene misschien niet lekker in zijn of haar vel zit. En wordt het je een keer teveel, realiseer dan dat er altijd alternatieven zijn, zoals bijvoorbeeld een andere winkel bezoeken waar je precies diezelfde schoenen die je zoekt kunt kopen! En onthoud vooral dat je nooit alleen bent, beste mede-stotteraar. Laat de moed je nooit… in de schoenen zakken.
Rowdy Peetam