Demosthenes

Demosthenes

alles voor en over personen die stotteren

Ga naar de website

NVST

NVST

alles voor en over stottertherapeuten

Ga naar de website

Te snel voor woorden

Te snel voor woorden

alles over broddelen

Ga naar de website

Als stotterende vader van een kleuterdochter sta ik extra angsten uit. Ik heb liever niet dat mijn dochter met dezelfde handicap wordt behept als ikzelf.
Als vader van een kleuterdochter sta je geregeld allerlei angsten uit. Bij het minste of geringste wolvengehuil dat van buiten komt, sterf je duizend doden. Wat zou die wildebras nu weer overkomen zijn? Zou ze net als die ene keer toen ze dacht dat ze kon vliegen als een elfje, uit een boom gekukeld zijn en een gat in haar hoofdje hebben gevallen? Zou ze weer eens over een loszittende schoenveter zijn gestruikeld en met een lelijke wond aan haar knie, ontroostbaar het huis binnenstrompelen?

De blik van een droevig meisjesgezicht met een druppend tranenspoor gaat door merg en been. Dan wil je zo'n kind 't liefst altijd beschermen en bij je houden. Dat zal me wat worden als over een jaar of tien een stel gierende hormonen, verpakt in een opgeschoten jongenslichaam voor de deur staat. "Hallo, ik kom Loes ophalen." Als vader zou je zo?n knul natuurlijk aan zijn vlassig snorretje het tuinpad aftrekken en hem toebijten: "Jij kómt helemaal niets. Jij gaat weer als de wiedeweerga." 
Maar zo'n scenario kan natuurlijk geen doorgang vinden. Kinderen moeten hun vleugels ontwikkelen en die uitslaan als ze er rijp voor zijn. De wijde wereld in fladderen, op zoek naar hoger honing. 

Als stotterende vader van een kleuterdochter sta ik extra angsten uit. Ik heb liever niet dat mijn dochter met dezelfde handicap wordt behept als ikzelf. Ondanks alle relativeringen over stotteren, dat het allemaal best meevalt en dat je er heel oud mee kunt worden, blijft het toch een tamelijk vervelend probleem. Volgens de statistieken heeft een dochter van een stotterende vader een kans van tien procent om zelf ook te gaan stotteren. Een kans van één op tien. Is dat veel? Is dat weinig? Wie het weet mag het zeggen, want ik heb geen flauw benul.

Een jaar of wat geleden kwamen Loes' moeder en ik tot de conclusie dat onze dochter af en toe begon te haperen tijdens het spreken. Haar stem klonk wat gespannen als ze iets zei. Daarnaast hadden we de indruk dat hoe gering Loes' vocabulaire ook nog maar was, ze soms naarstig op zoek was naar alternatieve woorden om toch maar in een vloeiend spraakritme te kunnen blijven spreken. Omdat je er bij stotteren niet vroeg genoeg bij kunt zijn, hebben we via de huisarts contact gezocht met een stottertherapeute. Na enkele goede gesprekken met haar en nadat ze Loes had gezien en gesproken, kwam ze tot de voorzichtige conclusie dat het allemaal reuze meeviel. Ze gaf ons het advies om het allemaal niet te zwaar op te vatten en Loes er zeker niet op aan te spreken, of met intense bezorgdheid te benaderen. Toen we na ongeveer veertien dagen weer contact met haar opnamen, moesten we tot onze geruststelling concluderen dat Loes? haperingen slechts van tijdelijke duur waren.

Van de lente wordt Loes zes jaar. De kans dat ze nu nog gaat stotteren, is zeer gering. Ze komt er wel, mijn kleine Loes. Het is een fijne meid. Ze fladdert op vijfjarige leeftijd al door het leven. Ik zie de toekomst met vertrouwen tegemoet.

Luc van Aalten

Aanmelden nieuwsbrief

Sponsors en partners

DTFonds
DTFonds
Cultuur Fonds
Demosthenes
NVST
InternetDiensten Nederland