Demosthenes

Demosthenes

alles voor en over personen die stotteren

Ga naar de website

NVST

NVST

alles voor en over stottertherapeuten

Ga naar de website

‘ Waarom ga je in godsnaam de journalistiek in? Je stottert’, de zin die ik zo vaak gehoord heb. Dat de vraag terecht is, kan ik niet eens ontkennen.
Stotteren is beperkend, zeker als je iets communicatiefs gaat doen. Maar het is wat ik wil. Dus ik doe het. Punt.
'Je stottert, dus is het niet handig als je telefonische interviews doet', werd mij bij een landelijke krant waar ik stage kwam lopen verteld, 'Want je belt namens ons en we hebben een naam hoog te houden. Mensen verwachten geen stotteraar.' Ik was te verbouwereerd om ook maar iets te zetten. Die stage werd trouwens een ramp, dat lag niet alleen aan dat stotteren.

Ik stotter al langere tijd, al voor de middelbare school. Destijds was het niet zo’n heel groot punt, ik zorgde gewoon dat ik mijn mond kon houden tijdens beurten in de klas. In de journalistiek is dat natuurlijk onmogelijk. Zwijgen kan niet, ook niet als stotteraar. Dat weet ik en ik zwijg ook niet. Omdat ik dat ook niet wil, dan had ik maar een ander vak moeten kiezen.
Ik geef gewoon mijn mening, houd gewoon mijn interviews en ik schrijf ook gewoon verhalen. Bij voorkeur duik ik het lokale bestuur in, niet makkelijk, maar wel het allerleukste om te doen. Juist hier zijn het vaak de voorlichters, politici en wethouders die vlot babbelen. Voor een stotteraar op het oog niet de beste omgeving. En toch haal ik er mijn informatie, al kletst die wethouder nog zo vlot en ontwijkend. Antwoord geven zal 'ie, hoe vervelend hij dat misschien ook vindt.

Ja: het kost moeite, misschien meer moeite dan voor andere journalisten. Maar het is wat ik wil. Dat is ook het antwoord wat ik altijd geef op die eerste vraag: waarom ik ‘in godsnaam’ de journalistiek in ging. ‘Omdat het is wat ik wil.’ Ik weet dat ik het ook kan; journalistiek bedrijven. Dat het niet zo snel gaat als bij anderen; soit. Moet snelheid de norm zijn? Ik wil het, dus ik zal het doen ook. Opgeven is voor mij nooit een optie geweest.
Hoewel het al een aantal jaar terug is, doet die opmerking over die stage soms nog pijn. Met name de manier waarop: out of the blue, zonder dat ze me ook maar kenden. ‘Mensen verwachten geen stotteraar, we hebben een naam hoog te houden’. Die kortzichtigheid, de felheid waarmee het gezegd werd. Noem het zwak, maar de kras op m’n ziel zat er wel; ondanks vele uren (stotter)therapie.
De journalistieke wereld is hard. Maar gaat het niet om de kwaliteit die je levert? Dat je je werk goed doet, dat je een gedegen product levert? Gelukkig zijn er heel veel plaatsen waar dat zo werkt, getuige de reacties die ik krijg als ik het voorval weer eens oprakel. Misschien stel ik niet altijd even snel mijn vragen, maar ik schijn goed te luisteren. Misschien juist wel omdát ik stotter.

Bovenstaand verhaal schreef ik tijdens mijn studie. Na wat hordes heb ik die studie gewoon afgerond; een communicatief HBO-diploma op zak, als stotterend persoon. Tijdens mijn eindgesprek wilde een docent het toch nog even hebben over het stotteren. Ik benoemde het in een profielschets helemaal niet. Waarom niet? ‘Omdat ik meer ben dan alleen dat stotteren.’
Gelukkig zien mensen dat nu ook zo. En nee, ik ben niet de snelste. Zoals een oud-stagebegeleider mooi verwoordde: 'Je bent niet degene die de eerste vraag stelt aan de minister-president, dat zit niet in je.'
Klopt helemaal: ik ben dat niet. En ik wíl het ook helemaal niet. Laat mij maar schrijven en geef mij maar iets langer de tijd. Dan komt er wel een goed verhaal uit. Want om die goede verhalen draait het tenslotte allemaal. 

Bas Joosse
20-12-2016 

Aanmelden nieuwsbrief

Sponsors en partners

DTFonds
DTFonds
Cultuur Fonds
Demosthenes
NVST
InternetDiensten Nederland