Demosthenes

Demosthenes

alles voor en over personen die stotteren

Ga naar de website

NVST

NVST

alles voor en over stottertherapeuten

Ga naar de website

Stotteren doe ik eigenlijk al mijn hele leven. Het heeft het behoorlijk beïnvloed. Ik durfde vaak niet te zeggen wat ik nu eigenlijk wilde zeggen. Maar zei dan maar helemaal niks. Dit was behoorlijk frustrerend. En hierdoor heb ik een heel laag zelfbeeld opgebouwd. Ik heb altijd gedacht dat ik er niet toe doe, dat ik niks te zeggen heb, dat mensen mij niet leuk vinden. Dit zijn allemaal gedachten die ik al die jaren heb geloofd, maar dus eigenlijk grote leugens zijn. Maar doordat ik nooit durfde te zeggen wat ik eigenlijk wilde zeggen, heb ik dit altijd in stand gehouden. Ik heb ontdekt in de therapie die ik sinds een half jaar volg, dat ik de stotters ontwijk. Als ik wat moet zeggen, en het lukt niet, dan ga ik zeg maar terug in de zin, en ga dan weer opnieuw beginnen. De zinnen die ik zeg, zeg ik zo snel mogelijk, want dan ben ik er maar vanaf. En als ik wat zeg, en mensen begrijpen niet wat ik zeg, omdat ik het misschien wat onduidelijk zeg, dan vragen ze vaak: ” wat zeg je?” Met als gevolg dat ik het nogmaals moet vertellen. Hier wordt ik erg onzeker van, en jawel, dan gaat het dus helemaal fout. Voor mijn gevoel dan.

Tijdens de therapie gingen we een keer met borden werken. Ik moest een ergens een bord neerleggen, dit bord stond voor stotteren. Vervolgens moest ik ergens anders een bord met neerleggen, welke stond voor mijzelf. En als laatste moest ik ergens anders nog een bord neerleggen, dit bord stond voor mijn gedachten . Hierbij kwam ik erachter dat ik het liefste het bord met stotteren onder die van mijzelf wilde neerleggen. Zo van, je ziet het niet, dus het is er niet. En dat is denk ik mijn grote valkuil. Ik wil zo goed mogelijk praten, dus is er geen ruimte voor het stotteren. En als ik dan toch stotter, krijg ik van mezelf op m’n kop. Gedurende een week heb ik geprobeerd om het stotteren te laten horen, maar dit is zo vreselijk moeilijk voor mijzelf, dat ik dit niet heb gedurfd. Dan vindt ik me weer een loser, waardoor ik in een spiraal terecht kom waar ik al jaren in verkeer. Er is altijd die angst in mij die zegt dat het niet goed is wat ik doe. En toch heb ik al een heleboel zelfvertrouwen opgebouwd de afgelopen paar maanden, dat ik af en toe versteld van mezelf sta, dat ik dingen zeg. Maar die angst om te falen zit zo vreselijk diep, dat ik het stotteren niet durf te laten horen. Dat ik in hetzelfde stramien blijf lopen. Altijd zijn daar weer die gedachten die op de proppen komen van: je doet het niet goed enz. De angst om te falen is denk ik terug te voeren naar mijn kindertijd. Ik was altijd bang voor mijn vader, als hij thuis kwam probeerde je altijd goed te doen. En o wee, als je wat fout had gedaan. Dan kreeg je de wind van voren. We zaten dan ook altijd heel stil als hij thuis kwam. Bij hem had ik altijd het idee dat het niet goed was wat ik deed. Dat hij altijd boos was. Ik heb altijd het idee gehad dat mensen boos op mij waren. Zelfs bij mijn eigen man had ik dit gevoel. Dus het stotteren heeft het als het ware uitvergroot. Ik heb dit onder een vergrootglas gelegd. En het gevolg was altijd dat het niet goed genoeg was, wat ik ook zei. Dus zei ik maar niks. Maar nu ik aan de therapie ben begonnen, mag ik gaan leren dat wat ik zeg, het gewoon goed is. Wat ik ook zeg. Al loop ik de ganse dag te stotteren. Het is gewoon goed hoe ik ben. Met al mijn stotters. Groot of klein. Dit is een heel leerproces voor mij. Eigenlijk moet ik mijn denken gaan omvormen. Anders gaan denken. Niet meer in de trant van goed of fout. Maar gewoon laten zien wie ik ben. Wie ik echt ben. De echte Edith. Met al haar goede en minder goede punten. Omdat ik al die jaren verkeerd heb gedacht, gedaan, gevoeld kost dit veel strijd. Dit gebeurt niet van de ene op andere dag. Maar er is een hele mooie zin: zonder strijd geen overwinning!! Soms heb ik het gevoel dat ik voor een reusachtige berg sta, die ik niet durf te beklimmen. Maar dit wel moet gaan doen, want anders kom ik nooit aan de overkant. Ik probeer allemaal kronkelweggetjes, om maar zo makkelijk mogelijk aan de andere kant te geraken. Maar besef ondertussen heel goed dat ik de moeilijke lange weg omhoog moet gaan bewandelen, wil ik aan de andere kant komen. Maar ik weet dat op een dag ik die berg wel durf te beklimmen, en dat ik dan wel aan de overkant kom. Wat kijk ik uit naar die dag!!
Edith

Aanmelden nieuwsbrief

Sponsors en partners

DTFonds
DTFonds
Cultuur Fonds
Demosthenes
NVST
InternetDiensten Nederland