Aron
Onze zoon Aron van zeven stottert. Het stotteren zorgt soms voor veel verdriet. Bij ons als ouders, en ook bij Aron zelf. Nooit had ik kunnen denken dat ik een moment zou meemaken waarop ik blij was dat Aron stottert. Het was op een woensdagmiddag. Ik wachtte op Aron bij het schoolhek, samen met andere moeders. Daar kwam hij aangehuppeld, samen met een vriendje. “Mama, mag ik bij Joris spelen vanmiddag?” Samen met het Joris en Aron liep ik naar de moeder van Joris om te overleggen. Joris’ moeder, een aardige vrouw met minstens vijfentwintig kilo overgewicht, knikte. Aron kon komen. “Tot straks,” riepen we en we stapten beiden op onze fiets.
Joris’ moeder was nog maar een meter van ons verwijderd toen Aron luid en duidelijk riep: “Zo hé, die moeder is echt su-su-su-su-su-su-superdi....!” Net op tijd legde ik mijn hand op zijn mond. Glimlachend fietste ik naar huis. Stotteren. Soms, echt heel soms, een geluk bij een ongeluk.
Liesbeth Morren