Demosthenes

Demosthenes

alles voor en over personen die stotteren

Ga naar de website

NVST

NVST

alles voor en over stottertherapeuten

Ga naar de website

Bevend toets ik het telefoonnummer in. Mijn handen zijn bezweet en mijn hart slaat in mijn keel. De telefoon gaat over. Ik wil hem snel wegdrukken maar verman me. Dit telefoontje kan ik niet uit de weg gaan, hoe moeilijk ik het ook vind.
Telefoneren vind ik een regelrechte ramp. Ik kom tijdens een telefoongesprek veel minder goed uit mijn woorden dan wanneer ik iemand in de ogen kan kijken. Vooral zakelijke gesprekken met onbekenden vind ik lastig. En dit is er dus zo een…

Ik adem diep in door mijn neus en uit door mijn mond. Zou er worden opgenomen? Ik heb al precies in mijn hoofd hoe mijn openingszin zal gaan klinken. De eerste letter van mijn achternaam spreek je uit als een K en laat de K nou juist de letter zijn waar ik altijd op vastloop. Als ik echter een specifieke korte zin voor mijn naam uitspreek, en daar ook nog een “ehhh” tussen plak, is de kans dat ik vastloop minder groot. Jarenlang zelfonderzoek en oefenen met verschillende openingszinnen heeft mij deze “wijsheid” opgeleverd.

Precies op het moment dat ik voor de derde keer inadem, hoor ik een mannenstem aan de andere kant van de lijn. Hij noemt zijn naam. Nu is het mijn beurt… Ik neem nog een laatste teug adem en spreek mijn zin uit: ‘Goedemorgen u spreekt met ehhh Marije Carduck.’ Zo dat is er uit. En het ging eigenlijk best goed. Maar net op het moment dat er een glimlach op mijn gezicht verschijnt, zegt de meneer aan de andere kant van de lijn: ‘Kunt u uw achternaam nog een keer herhalen? Ik heb deze niet goed verstaan.’ Dit is voor mij dus het horror scenario. Alleen mijn achternaam uitspreken, zonder daar op vast te lopen, is echt onmogelijk. Nou werkt het in zulke situaties wel in mijn voordeel dat ik een achternaam heb die vaak verkeerd gespeld wordt. Hier heb ik mijn oplossingsstrategie op gebaseerd. Ik haal wederom diep adem en zeg: ‘Ik heb een lastige achternaam, ik zal hem even voor u spellen, C-A-R-D-U-C-K.’ Op deze zin stotter ik nooit!

Tot zover de eerste wederzijdse telefonische kennismaking. Het lastigste deel heb ik doorstaan. Nu volgt het inhoudelijke gedeelte van het gesprek, maar ik merk dat ik mij lastig op de inhoud kan concentreren. Ik ben afgeleid door het mannetje in mijn hoofd (ik noem hem Synoniempje) dat heel hard aan het werk is om de juiste woorden voor mij uit te zoeken. De woorden waarop ik het minste stotter. Ik zit midden in een verhaal als ik word geïnterrumpeerd door de meneer aan de andere kant van de lijn: ‘Sorry mevrouw, maar volgens mij is uw telefoonverbinding niet goed. U valt soms weg.’ In mijn hoofd schreeuw ik het nu uit… Dit ligt niet aan de telefoonverbinding! Dit komt omdat ik stotter! Ik loop vast op bepaalde woorden en dan valt er inderdaad wel eens een stilte meneer! Deze zinnen stromen vloeiend door mijn hoofd, maar ik spreek ze niet uit. In plaats daarvan hoor ik mijzelf zeggen: ‘Oh excuses, ik zal even in een andere ruimte gaan staan, daar is de verbinding vast beter.’

De rest van het telefoongesprek doe ik nog meer mijn best om de verbinding niet “weg te laten vallen”. Uitgeput hang ik uiteindelijk op. Ik ben tevreden want de stotters vielen mee. Maar wat hebben we nou eigenlijk besproken?

Marije Carduck
30-10-2020
www.marijecarduck.nl

Aanmelden nieuwsbrief

Sponsors en partners

DTFonds
DTFonds
Cultuur Fonds
Demosthenes
NVST
InternetDiensten Nederland