Mijn kind wordt tweetalig opgevoed. Is dit van invloed op zijn stotteren?
Voor zover bekend is tweetaligheid geen oorzaak van stotteren. Echter, wanneer uw tweetalige kind gaat stotteren is het raadzaam om na te gaan waar communicatieve druk ligt die verminderd kan worden en welke rol de tweetaligheid daarin speelt.
Op zichzelf is het geen probleem om op te groeien met meer dan een taal. Ongeveer 80% van de wereldbevolking is meertalig! Het kan juist een voordeel zijn voor kinderen als zij jong meer dan één taal leren spreken. Er zijn sterke aanwijzingen dat sommige aspecten van de ontwikkeling er zelfs door worden bevorderd. Tweetalige kinderen worden zich bijvoorbeeld eerder bewust van taalverschijnselen, door het wisselen van taal. Zij kunnen al heel vroeg bewust met taal en taalverschillen omgaan.
De voordelen van het opgroeien met verschillende talen zijn over het algemeen het grootst als de omstandigheden gunstig zijn. Als bijvoorbeeld de verschillende talen goed worden aangeboden (en niet gebroken), als het kind goed hoort en verder geen ontwikkelingsproblemen of handicaps heeft en als de omgeving veilig en stimulerend voor de ontwikkeling is. Tweetaligheid kan een complicerende factor worden als deze gunstige condities ontbreken.
Het tegelijkertijd leren van verschillende talen kan lastig zijn voor een opgroeiend kind als de ouders en de broers en zusjes thuis steeds Nederlands en een andere taal door elkaar spreken. De best mogelijke oplossing is om dan ten minste te zorgen voor enige regelmaat: de ene taal wordt op die momenten gesproken en de andere taal op de andere momenten. Of de ene persoon spreekt altijd Nederlands tegen het kind en de ander altijd de andere taal.
Door naar al deze aspecten te kijken, kunt u uw stotterende kind helpen om het spreken te vergemakkelijken.
Wat zijn normale- wat abnormale onvloeiendheden?
Normale onvloeiendheden:
on-effenheden die elke spreker in zijn/ haar spreken heeft, zoals: onderbrekingen, stopwoordjes, herhalingen, opnieuw beginnen etc.
Abnormale onvloeiendheden:
het herherherhalen, vvvvvvverlengen en blokkades die de eenheid van een woord doorbreken.
Hoe komt het dat ik tijdens het zingen niet stotter?
Bij mensen die stotteren is het spraakmotorisch systeem dat zorgt voor het in een akoestisch signaal omzetten van geformuleerde gedachten, minder stabiel dan bij mensen die niet stotteren. In bepaalde condities treedt er een storing op in hun spraakapparaat hetgeen zich uit in interrupties van spraakbewegingen die als stotters worden waargenomen.
Tijdens zingen gebeurt dit gemiddeld genomen veel minder vaak dan tijdens (spontaan) spreken. Factoren die daarbij een rol kunnen spelen zijn:
- tijdens het zingen zijn het ritme en de melodie gegeven
- het spreektempo is vertraagd
- de tekst van de liederen ligt vast en is meestal bekend
- er is geen sprake van beurtwisseling
- er is geen keus om wel of niet iets te zeggen
- er wordt meer gebruik gemaakt van buikademhaling
Zingen is wat betreft spreekcondities erg vergelijkbaar met het in een langzaam tempo nazeggen van zinnen: ook dat doen heel veel mensen die stotteren vloeiend. Ook tijdens het langzaam nazeggen van zinnen hoeft er voor veel factoren niet zelf een plan van uitvoering te worden gemaakt.
Verder ziet men in zang vaak een veranderd patroon in de relatieve duur van klanken, waarbij met name de vocalen langer worden aangehouden, hetgeen de transitie van en naar buurklanken kan vereenvoudigen. In feite is dit zeer vergelijkbaar met strategieën die vaak worden gehanteerd in spraakmotorische stottertherapieën of ook wel spontaan en onbewust door personen die stotteren kunnen worden gehanteerd.
Bij onderzoek naar de ademhalingspatronen van zang en spraak, is gebleken dat de relatieve bijdrage van buikademhaling verschilt voor spraak en zang en dat dit verschil met name bij stotteraars toeneemt ten gunste van buikademhaling. Een dergelijk patroon zou een stabiliserende werking kunnen hebben op de manier van ademhalen en daarmee het vloeiend spreken (zingen) kunnen bevorderen.
Hoe kan je het best reageren op een persoon die stottert?
Het meest algemene advies hoe te reageren op een persoon die stottert is 'gewoon'. Luister naar wat hij zegt, doe niet schichtig. Ga vooral niet luider of breedsprakiger praten. Vraag eventueel aan de persoon zelf of hij/ zij aangevuld wil worden. Meestal is dit niet wenselijk.
Hoe kan het dat iemand soms pas op latere leeftijd gaat stotteren?
Het komt weinig voor dat iemand pas op latere leeftijd gaat stotteren. Meestal is een plotseling optredend emotioneel trauma de aanleiding. Zoals het overlijden van een geliefde of een ongeluk. Bij een goed (begeleid) verwerkingsproces zal geen gewoontevorming optreden.
Soms begint stotteren in de puberteit. Ook dan is het zaak snel een stottertherapeut te raadplegen om de oorzaken te analyseren en een aanleerproces te voorkomen.