Demosthenes

Demosthenes

alles voor en over personen die stotteren

Ga naar de website

NVST

NVST

alles voor en over stottertherapeuten

Ga naar de website

Er is niet één specifieke oorzaak te noemen.
Spreken is een ingewikkeld proces van timing en coördinatie van ademhaling en veel spieren en spiertjes, gestuurd door de hersenen.
In dit ingewikkelde proces gaat bij iedereen wel eens iets mis, maar bij iemand die stottert is er sprake van een stoornis in de timing en coördinatie van dit proces.
Gebrek aan taalvaardigheden en concentratie kunnen eveneens een rol spelen bij het aanleerproces van (afwijkend) spreekgedrag.
Er is altijd een aanlegfactor (talent!), die niet erfelijk hoeft te zijn. Er is meer kans op de ontwikkeling van stotteren als stotteren in de familie voorkomt.

Mensen die chronisch stotteren, zijn geboren met aanleg hiervoor. Of iemand echt gaat stotteren wordt vervolgens ook bepaald door (een combinatie van) uitlokkers als spanning, snelheid en belemmeringen (zoals bijvoorbeeld moeite met taal of spraak in het algemeen). Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat als een kind van 6 à 7 jaar nog stottert, de kans snel kleiner wordt dat het er nog helemaal vanaf komt.

Zie ook het artikel Stotteren: van genetica naar neurologie.

Als de stottertherapie wordt aangeboden door een logopedist-stottertherapeut (reguliere therapie), wordt het als logopedie vergoed vanuit het basispakket. Als de therapeut geen contract heeft getekend met uw verzekeraar, worden de kosten ook vergoed, maar mogelijk niet volledig. Dit hangt van de polis van uw basisverzekering af (natura of restitutie). Ook behandeling door logopedisten die niet de specialisatie-opleiding tot stottertherapeut hebben gedaan wordt vanuit het basispakket vergoed.

Stotterprogramma’s bij niet-reguliere instellingen worden soms vergoed vanuit de aanvullende verzekering.

Tweelingstudies en familiestudies geven duidelijke aanwijzingen voor het bestaan van een sterke genetische factor bij het ontstaan van stotteren. Er is berekend dat stotteren voor circa 80% te verklaren is vanuit de genetische achtergrond.
Ook wat betreft de kans op spontaan herstel van stotteren speelt de familiegeschiedenis een rol: Als er blijvend stotteren voorkomt in de familie, dan is de kans dat het kind, zonder behandeling, ook blijft stotteren 65%. Als er familieleden zijn waarbij de vloeiende spraak zich heeft hersteld, is de kans op spontaan herstel bij dit kind ook 65%. (Bron: Richtlijn ‘Stotteren bij kinderen, adolescenten en volwassenen’ 2020)

Stotteren is een vorm van onvloeiend spreken: een verzameling van hoorbare, soms zichtbare en vaak ook verborgen symptomen, die per situatie kunnen verschillen.

Mensen die stotteren vormen geen homogene groep. Ieder heeft zijn eigen specifieke verzameling symptomen, die niet onder alle omstandigheden gelijk zijn.

Stottersymptomen kunnen zijn:

  • Hoorbare symptomen: herhalingen (van een klank of klankgroep), klankverlengingen en blokkades. Deze zijn te onderscheiden van 'normale' niet-vloeiendheden zoals ontspannen woord- of zinsdeelherhalingen, tussenvoegingen (zoals ‘eh’) en ontspannen pauzes.
  • Zichtbare symptomen: overmatige spanning en/of meebewegingen in het gezicht, romp of ledematen.
  • Verborgen symptomen: spreekangst, stotterangst, vermijden van woorden, vermijden van spreeksituaties, minderwaardig voelen, schaamte, depressies. Vooral de verborgen symptomen kunnen leiden tot psychosociale problematiek, leerproblemen of minder presteren.

Aanmelden nieuwsbrief

Sponsors en partners

DTFonds
DTFonds
Cultuur Fonds
Demosthenes
NVST
InternetDiensten Nederland