Wanneer is er sprake van spreekangst/faalangst?
Het is goed bij een stotterend kind alert te zijn op de ontwikkeling van stotter- of spreekangst. Wanneer een kind negatieve gedachten ten aanzien van stotteren ontwikkeld heeft, hetzij door reacties uit de omgeving of vanuit zichzelf, kan spreekangst zich ontwikkelen. Je merkt dit vaak doordat een kind vermijdt te spreken, niet meer of minder deelneemt aan activiteiten die spreken vereisen of duidelijk emotionele reacties laat zien in bepaalde situaties. In dat geval is het belangrijk zo snel mogelijk actie te ondernemen: de logopedist te informeren en eventueel met ouders en/of kind erover te spreken.
Hoewel je regelmatig ziet dat stotterende kinderen spreekangst ontwikkelen, is dit lang niet bij iedereen het geval. Er zijn zeker stotteraars die, ondanks hun spraakprobleem, toch vrijuit durven spreken in vrijwel iedere situatie. Ook is soms de angst om te stotteren niet algemeen, maar juist heel sterk gebonden aan bepaalde spreeksituaties.
Het is dan ook niet verstandig om ervan uit te gaan dat iedere stotteraar spreekangst heeft. Sommige kinderen vinden het juist heel vervelend dat ze nooit een beurt krijgen in de klas. Het kan soms zelfs het idee versterken dat anderen niet naar hen willen luisteren als ze stotteren.
Het advies is om het met het betreffende kind te bespreken en te vragen wat die het liefst heeft. Je kunt hierover samen afspraken maken en na een poosje weer even bespreken of het nog steeds hetzelfde is.
Als een kind in therapie is, zal daar de spreekangst zeker worden aangepakt. Het kan dan voor het kind juist een doel zijn om in de klas stotterend te lezen, en te ervaren dat hij dit best durft en dat er geen vervelende reacties uit de klas volgen.
Neem bij vragen contact op met de behandelend logopedist / stottertherapeut.