Internationalisering van de Nederlandse Richtlijn Stotteren
In onze Nieuwsbrief van november 2014 is het verschijnen van de nieuwe Richtlijn uitvoerig aan de orde geweest. Deze Richtlijn was gepresenteerd in een wetenschappelijk publiekssymposium bij de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen (KNAW) en er is ook een patiëntenversie van verschenen. Van deze patiënten versie is inmiddels aangetoond dat deze de personen die stotteren (PDS) kan helpen bij de begripsvorming en verkrijging van goede resultaten na therapie.
Wat is broddelen?
Broddelen en stotteren
Broddelen is, evenals stotteren, een vloeiendheidsstoornis in het spreken.
Bij stotteren zijn er onvrijwillige onderbrekingen in de vloeiendheid van de spraak. Personen die stotteren hebben vaak een gevoel van controleverlies. Bij broddelen is er sprake van snel en onverstaanbaar spreken. De planning van de spraak- en taalactiviteiten in de hersenen is verstoord. Deze verstoring treedt op als degene te snel spreekt, een belangrijk kenmerk van broddelen. De broddelende spreker heeft dit op het moment dat hij zijn woorden uitspreekt meestal niet door. Broddelen en stotteren komen in de praktijk vaak in mengvorm voor; vaker dan zuiver broddelen of zuiver stotteren.
Broddelen en het verschil met stotteren
Wat stotteren is, is voor iedereen wel bekend. Maar wat broddelen is, weten nog maar weinig mensen. Toch komt het naar schatting even vaak voor als stotteren. En dat is vaak: naar schatting hebben zo'n 140.000 mensen in Nederland hier las van. Het probleem bij broddelen is dat het vaak niet herkend wordt als een op zichzelf staande stoornis, maar dat het als stotteren of “gewoon slordig spreken” wordt gezien. Bij broddelen horen veel kenmerken, zoals: snel spreken (en onregelmatige spurts in de spraak), over woorden struikelen, woorden in elkaar schuiven, veel "uh's", herhalingen, onduidelijk spreken, veel stopwoordjes, weinig pauzes, enzovoort. Met een juiste diagnose kunnen veel mensen die broddelen worden geholpen.