Te snel voor woorden
Heb je altijd gedacht dat je stotterde, en zeggen mensen weleens dingen tegen je als: “Ho, ho, niet zo snel”! “Praat nou gewoon eens wat langzamer”, of: “Wat zeg je?”
Heb je weinig tot geen last van gespannen blokkades en/of verlengingen in je spraak? Heb je regelmatig moeite om te bepalen wat je precies wil gaan zeggen? En heb je je nooit helemaal thuis gevoeld bij de klassieke stottertherapieën?
Als je je in bovenstaande dingen herkent, kan het zomaar zijn dat je niet stottert, maar broddelt. Broddelen is als spraakstoornis nog zeer onbekend. Toch komt het naar schatting vaker voor dan stotteren. Sinds 2007 is het dan ook door de World Health Organization (WHO) erkend als een op zichzelf staande spraak-taalstoornis. Sindsdien neemt de bekendheid ervan langzaam aan toe.
Mensen die broddelen spreken vaak (te) snel en struikelen daardoor over hun woorden. Het probleem zit ‘m niet zozeer in het spraakmotorische stuk (zoals bij stotteren het geval is), maar meer in de taalplanning; het formuleren en uitspreken van hun gedachten binnen een bepaalde tijd. Gaan ze te snel, dan komen ze hiermee in de knel. Andere kenmerken van broddelen zijn onder meer: onregelmatige spurts in de spraak, woorden in elkaar schuiven, veel "uh's", onduidelijk spreken, veel stopwoordjes, weinig pauzes, klanken of letters door elkaar halen, enzovoort.
Rutger Wilhelm schreef er een boek over (Te snel voor woorden), waarin hij vertelt wat de diagnose broddelen met hem heeft gedaan. Aan de hand van treffende, humoristische en aangrijpende anekdotes deelt hij zijn persoonlijke ervaringen met broddelen, en neemt hij zijn lezers mee op een intrigerende ontdekkingsreis: Wat is broddelen? Waarin verschilt het van stotteren? Hoe kan het je leven beïnvloeden? En wat valt eraan te doen?
Meer weten over broddelen? Ga naar: toofastforwords.com