Hoe begint een kind te stotteren en wat kan ik doen?
Als ouder kunt u behoorlijk ongerust zijn wanneer u uw kind hoort haperen. U vraagt zich misschien af of dit bij de normale ontwikkeling hoort of dat er echt sprake is van stotteren, en wat u het beste kunt doen.
Spraakproces
Spreken is een complexe vaardigheid. Gedachten, ideeën of gevoelens dienen omgezet te worden in taal, in woorden en zinnen. Deze taal wordt omgezet in spraakbewegingen. Vervolgens worden alle spieren die met spreken gemoeid zijn geïnstrueerd (dit zijn er meer dan 100!). Zij moeten precies de goede beweging maken, met precies de goede snelheid en kracht en precies op het goede moment. Dit vereist een grote mate van coördinatie en timing.
Stotteren
Het is dus niet verwonderlijk dat dit bij jonge kinderen niet altijd goed lukt. Je hoort dan dat ze een klank of een stukje van een woord herhalen of een klank langer aanhouden dan nodig is. Deze onvloeiendheden kunnen onderdeel zijn van de spraaktaalontwikkeling van een kind. Bij 50 - 80% van de kinderen die op peuter- of kleuterleeftijd hapert, verdwijnt dit vanzelf weer op het moment dat ze hun 'spreekapparaat' beter kunnen besturen.
Aanleg
Bij sommige kinderen verdwijnt het stotteren echter niet vanzelf. Deze kinderen hebben in meer of mindere mate aanleg voor stotteren. Zij zijn namelijk geboren met een minder goede vaardigheid voor timing en coördinatie van de spraak. Je ziet dan vaak dat stotteren al in de familie voorkomt, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn.
Uitlokkers
Als een kind aanleg heeft voor stotteren zijn er bepaalde factoren (uitlokkers) die zorgen dat het stotteren ook daadwerkelijk aan het licht komt of wordt versterkt. De belangrijkste zijn spanning en snelheid. Spanning kan ontstaan wanneer het evenwicht verstoord is tussen wat een kind kan (capaciteiten) en wat er van een kind wordt gevraagd, door de omgeving of door het kind zelf (eisen). Ook veel veranderingen in korte tijd kunnen meespelen bij het uitlokken van stotterend spreken. Daarnaast kunnen bezorgdheid en irritatie van de omgeving met betrekking tot het spreken een kind het gevoel geven dat het iets fout doet. Deze kunnen de spanning en dus de kans op stotteren vergroten. Bij de factor snelheid kunt u denken aan een te hoog spreektempo (door het kind en/of de omgeving) of een hoog leeftempo. Als het tempo hoger is dan het kind aankan, is er dus ook weer sprake van een disbalans tussen de eisen en capaciteiten.
SLS
Om uit te vinden of er een risico is op blijvend stotteren is de Screening Lijst Stotteren (SLS) ontwikkeld. Door de vragen in te vullen kunt u zelf nagaan of u rustig kunt afwachten of toch alert moet blijven en eventueel hulp inschakelen. Wanneer er een risico is op blijvend stotteren, kunt u, eventueel samen met anderen in de directe omgeving van het kind, nagaan of u zelf misschien al factoren kunt aanwijzen die een rol spelen bij het stotteren en deze spanningsbronnen verminderen.
Stotteren mag
In ieder geval is het belangrijk geen negatieve sfeer rond het stotteren te creëren. Als het kind er geen probleem van maakt, moeten ouders dat ook niet doen. Luister naar wát een kind vertelt en niet naar hóe het vertelt. Adviezen als 'zeg het nog eens, praat eens rustig, haal eerst adem' zijn vaak goed bedoeld, maar helpen meestal niet. Een jong kind heeft geen idee wat het dan anders moet doen, maar krijgt wel het gevoel dat het iets fout doet, hetgeen de spanning juist kan verhogen.
Vechten, vluchten en bevriezen
Wanneer een kind zich bewust wordt van zijn onvloeiendheden zal het vaak proberen niet te stotteren. Bijvoorbeeld door meer kracht te zetten en het woord eruit te duwen. Het spreken wordt dan meer gespannen en er kunnen ook blokkades of meebewegingen ontstaan. Dit wordt vechtgedrag genoemd. Andere kinderen reageren door minder of niet meer te willen praten of andere woorden te kiezen. Dit is vermijdingsgedrag. Soms lijkt een kind te ‘bevriezen’ in zijn stotter. De stotters kunnen dan heel lang duren en het kind lijkt niet actief te proberen eruit te komen. Hoe begrijpelijk dit vechten, vluchten en/of bevriezen ook is, het zijn geen goede ontwikkelingen en ze verhogen de kans op blijvend stotteren. Hierbij is het dan ook altijd raadzaam om een deskundige te raadplegen.
Logopedie of stottertherapie
Ook als het spreken niet verbetert, terwijl u de eerdergenoemde adviezen in acht neemt, is het verstandig een logopedist-stottertherapeut of een logopedist met ervaring in het begeleiden van jonge stotterende kinderen en hun ouders te consulteren. Zij/hij zal het spreken van het kind onderzoeken en alle factoren die een rol spelen in kaart brengen. Daarna wordt een op maat gesneden advies gegeven over hoe u uw kind het best kunt helpen. Op deze website staat naast veel informatie over stotteren een overzicht van logopedisten (bijgeschoold in stotteren) en stottertherapeuten onder 'vind een therapeut'.