Komt een vrouw bij de logopedist
Er is een aantal dingen die ik als stotteraar mis. Er een woord tussen krijgen als er een verhitte discussie aan de gang is, bijvoorbeeld. Of het kunnen spreken voor een grote groep zonder drie kwartier te doen over mijn presentatie van een half uur. Ik heb mijn stotteren inmiddels prima onder controle, maar bij moppen vertellen is dat nog niet het geval. Soms, als de mop erg kort is of in het Engels, gaat het prima. Langere moppen worden voor mij echter een probleem. Ik kan de mop prima vertellen en de clou op het juiste moment brengen, maar het stotteren leidt af.
Alles onder controle
Ze zat aan het einde van groep acht en ze stotterde. Ik noem haar even Seray. Misschien is het omdat ik op dat moment nog met mijn opleiding tot stottertherapeut bezig was en haar af en toe besprak met mijn begeleidster, of misschien is het de wonderlijke combinatie tussen voldoening en twijfel die bij me bovenkomen als ik aan deze behandeling terugdenk, maar ik zal haar nooit vergeten. Ze kwam binnen als een muisje. Ze had veel last van het stotteren en ze had het gevoel dat iedereen haar uitlachte. We praatten hierover en ze kwam erachter dat niet ‘iedereen’ haar uitlachte. Het was in werkelijkheid één keer gebeurd dat twee kinderen in de klas gelachen hadden, toen zij stotterde bij het lezen, en één keer had iemand iets over het stotteren gevraagd.
Flip
Paul zit in de brugklas. Heeft flink gestotterd, maar krijgt er, met vallen en opstaan, steeds meer grip op. Hij komt mijn behandelkamer binnen en zegt voordat hij gaat zitten op quasi-ernstige toon: 'Ik heb goed nieuws en ik heb slecht nieuws'. Ik raad lachend: ‘Het goede nieuws is dat je geen last meer hebt van het stotteren en het slechte nieuws is dat je nu nooit meer komt?.’ ‘Nee… het goede nieuws is dat ik Flip ben,’ zegt hij serieus. ‘En als ik Flip ben, stotter ik niet. Of nee…ik zeg meestal “Flip heeft een lichte handicap.”’ Ik vraag, nu serieuzer: ‘Vertel eens meer over Flip’ en kijk met een schuin oog naar mijn derdejaars logopediestagiaire: wat zou zij hiervan denken? Identiteitscrisis? Gespleten persoonlijkheid? En waarom gaat Wilma daar zo in mee...?