Demosthenes

Demosthenes

alles voor en over personen die stotteren

Ga naar de website

NVST

NVST

alles voor en over stottertherapeuten

Ga naar de website

Een alternatieve geïntegreerde benadering volgens het SAMI-model.
Door: Robert van de Vorst en Vincent L. Gracco

Samenvatting
Stotteren kent vele theorieën die iets trachten te zeggen over de oorzaak en andere verschijnselen verbonden aan de stoornis. Opvallend is dat in Nederland de logopedische praktijk stotteren doorgaans als een “neuromusculaire timingstoornis” duidt en stelt dat de aanleg voor stotteren gerelateerd is aan een mistiming van spraakbewegingen. Naast stotteren als timingstoornis zijn er echter in de loop van de jaren ook andere theorieën geformuleerd. Aangezien de kern van stotteren meestal wordt gezien als een stoornis of verzwakking van spraak-motorische processen zijn in dit artikel specifiek een aantal spraak-motorische modellen besproken. Spraak-motorische theorieën verklaren echter niet altijd de contextuele variabiliteit die vaak gepaard gaat met stotteren; de Speech And Monitoring Interaction (SAMI; Arenas, 2017) hypothese beschouwt naast spraakproductie ook (een verstoorde) monitoring als een belangrijke, mogelijk causale, component van het stotteren. Tot slot is kort belicht welke implicaties de ontwikkeling in theorievorming over stotteren kan hebben voor de klinische praktijk.

Lees het onderzoek hier.

989c817e-a017-4a03-947e-b5681254f1d8 26-LoonenOp deze site staan al veel wetenschappelijke stukjes over diverse medische aspecten van het stotteren, o.a. over farmacotherapie bij dan wel de genetica van stotteren. Nu hebben we een hoofdstuk over de neurologie ervan geschreven, en dat komt uit in een boek: ''Stuttering: Risk Factors, Public Attitudes and Impact on Psychological Well-Being''. Aan het eind staat een hypothese over de mogelijke schakel tussen genetica en neurologie bij stotteren. Het blijft nog een hypothese, maar elk model kan helpen bij de aanscherping van studies over de oorzaken – ook bij stotteren.
En wat heeft de persoon die stottert nu aan al die wetenschap? Zo werkt de wetenschap nu eenmaal: door gerichte experimenten of goed gedocumenteerde trial and error gaan we vooruit; soms (te) langzaam, maar altijd gestaag. Uiteindelijk wordt de therapie daardoor verbeterd.

Mensen die stotteren zijn op hersenscans te herkennen aan een relatief dik spraakgebied, zo blijkt uit nieuw wetenschappelijk onderzoek. Normaal gesproken wordt het weefsel in het hersengebied voor spraak wat dunner na de kindertijd, omdat het het zogenoemde 'centrum van Broca' steeds efficiënter gaat werken.

Bij personen die stotteren gebeurt dat echter niet: de grijze stof in het gebied slinkt niet of nauwelijks.

Dat melden onderzoekers van de Universiteit van Alberta in het wetenschappelijk tijdschrift Frontiers in Human Neuroscience.

Lees het complete artikel hier.

Aanmelden nieuwsbrief

Sponsors en partners

DTFonds
DTFonds
Cultuur Fonds
Demosthenes
NVST
InternetDiensten Nederland