Demosthenes

Demosthenes

alles voor en over personen die stotteren

Ga naar de website

NVST

NVST

alles voor en over stottertherapeuten

Ga naar de website

Een tijdje geleden was een politica te gast bij de talkshow Beau die heel positief was over een stottertherapie genaamd Del Ferro. Zij heeft heel veel baat gehad bij deze therapie en ze zei dat ze na een nazorgcursus onlangs geheel haar stotteren had overwonnen. Zelf heb ik ook in 2013 dezelfde therapie gevolgd, maar ik had een minder positieve ervaring.

Ik was destijds 20 jaar en ik zat op mijn studentenkamertje op een avond wat te googelen. Zo stuitte ik op een therapie van een inmiddels overleden operazanger waar de techniek “flankademhaling” centraal stond. Deze techniek werd veel gebruikt (en misschien nog steeds) in de operawereld. De operazanger had ontdekt dat mensen die stotteren daar veel baat bij hebben. Sterker nog, er werd beweerd dat je, door consequent met de methode te spreken, helemaal je stotteren achter je kon laten.

Omdat mijn stotteren me – zeker toen – nogal beperkte in mijn doen en laten, besloot ik me op te geven. De 10-daagse cursus in groepsverband werd volledig vergoed door mijn zorgverzekeraar. Behalve dat dat financieel mooi meegenomen was, gaf dat de therapie ook een extra geldigheid: een sjacheraar wordt immers meestal niet vergoed door de zorgverzekering.

De cursus werd gegeven door Patrick. Patrick had zelf als kind ook heftig gestotterd, en ook de Del Ferro-cursus gevolgd. En inderdaad, hij kletste nu de hele dag door, maar geen spoor meer van stotteren. Nadat we ons op camera allemaal (stotterend uiteraard) hadden voorgesteld, legde Patrick de methode uit. Het idee was dat je tijdens het spreken je ribben met kracht naar binnen duwt en op de uitademing spreekt. Omdat je aandacht volledig bij het naar binnen duwen van je ribben moet zijn, is het de bedoeling dat je van tevoren al in detail - woord voor woord - hebt verzonnen wat je gaat zeggen. Dus eerst denken, vervolgens inademen, uitademen met de aandacht bij je ribben, even wachten na de uitademing, nogmaals inademen, en dan op de uitademing de zin zeggen die je had bedacht. Tot zover zin 1. Bij zin 2 begint de riedel weer van voren af aan.

Later in de cursus hoefde je niet je ribben naar binnen te duwen, maar wel met een hand op je buik de beweging van je middenrif volgen. De rest – het nadenken, inademen, uitademen, wachten, inademen, dan pas je zin uitspreken – bleef. Bij iedere zin. In elke spreeksituatie, in elk geval voor de komende twee maanden.

Dat die methode in elke spreeksituatie moest worden toegepast kon misschien wel lastig worden, maar dat viel in de eerste cursusdagen wel mee, omdat iedereen de methode toepaste. Er was sprake van een groepsgevoel. Na een dag of twee had iedereen de methode wel in de vingers en niemand stotterde meer. Waar het stotteren nog even dreigde te gebeuren wezen we elkaar blijmoedig op foutjes in het toepassen van de methode. We gingen er allemaal voor en iedereen had het gevoel dat ie nooit meer zou gaan stotteren. En als we nooit meer zouden stotteren zou de wijde wereld voor ons open liggen.

Na de tien cursusdagen gingen we terug naar het “normale leven,” en ging ik het geleerde in de praktijk brengen. Op Facebook maakte ik een post waarin ik schreef dat ik de komende tijd met een bepaalde spreekmethode zou praten. Dat leek me handiger dan dat ik in persoon tegen iedereen die ik kende moest vertellen dat ik die methode gebruikte, want dan moest ik iets vertellen, en daar had ik juist die spreekmethode bij nodig.

Mijn vrienden en familie waren uiteraard prima bereid me de gelegenheid te geven de methode te gebruiken, maar ik merkte in de praktijk dat ik het lastig vond om in iedere situatie de methode te gebruiken. Ik merkte dat ik het lastig vond om in elke situatie vóór ik mijn mond open deed eerst in detail woord voor woord na te gaan denken over wat ik precies wilde zeggen, in te ademen, uit te ademen, een paar seconden te wachten, in te ademen, en dan pas iets te zeggen. Op die manier met één persoon een gesprek voeren lukt nog net, maar in een groepje wordt dat toch snel vervelend.

De enige manier waarop dat – denk ik – te doen is, is wanneer je een hele berg zelfvertrouwen meebrengt. Wanneer je het vermogen hebt om je gesprekspartner bewust op je te laten wachten. Dus ook mensen die hoger staan op de sociale ladder dan jij – je leraar, je baas, je scriptiebegeleider die ongeduldig uit zijn ogen kijkt – op je laat wachten, omdat jij nú alle tijd voor jezelf en je spraakmethode wil nemen. Dat vergt een hoeveelheid assertiviteit die ik destijds zeker niet had.

Hoe verging het mij na de tiendaagse cursus bij Del Ferro? In de eerste dagen en weken was het fantastisch. Ik had een heel goed humeur en kletste tegen heel veel mensen aan. Omdat ik vanwege het slagen van de cursus toch al goed in mijn vel zat, stotterde ik sowieso al niet al te veel. En waar dat dan nog dreigde te gebeuren kon ik de methode toepassen en klaar was Kees.

De eerste barstjes kwamen in de kroeg, toen ik in een bak met herrie een hele waslijst aan biertjes, colaatjes en gin-tonics probeerde te bestellen bij een ongeduldige jongen achter de bar. De c van cola bleef daar hinderlijk lang in mijn keel hangen. En dat soort van kleine incidentjes kwamen steeds vaker voor. De koffie op het station, een week eerder nog met een grote grijns vloeiend besteld, kwam er hortend en stotend uit. De strenge blik van mijn scriptiebegeleider zorgde ervoor dat ik niet de concentratie kon opbouwen om de methode in zijn bijzijn te gebruiken. Zo kwam ik nooit erg ver met mijn tellertje van “stottervrije dagen.”

Want bij Del Ferro hadden ze ons op het hart gedrukt dat je de methode twee keer 30 dagen moest gebruiken. Als je 60 dagen zou praten zonder te hebben gestotterd, dan was je middenrif in voldoende mate aan de nieuwe vorm van flankademhaling gewend geraakt en zou het voorgoed voorbij zijn met stotteren. Dan kon je ook de methode in de prullenbak gooien en vrijuit spontaan kletsen.

Die 30 dagen heb ik nooit gehaald. En toen ik dit aangaf bij Del Ferro vertelden ze steeds maar weer dat het consequent toepassen van de methode de sleutel was. Alleen wanneer je altijd en overal de Del Ferro methode zou toepassen, zou je van je stotteren afkomen en zou je opeens veel meer mogelijkheden in je leven kunnen krijgen.

Want daar waren ze goed in bij Del Ferro: een idee in je hoofd planten dat volstrekt zwart-wit is. Het idee namelijk dat stotteren altijd een lastig ingewikkeld leven vol gedoe en strijd betekent, waarbij je niks durft en altijd angstig in een hoekje zit, en dat niet meer stotteren alles brengt wat goed is: een leuk leven, een leuke baan, leuke vrienden, familie enzovoorts. En dat zij, en alleen zij, de sleutel konden leveren naar dat leuke leven zonder stotteren. Alle andere therapieën over de hele wereld die iets deden met stotteren klooiden volgens Del Ferro allemaal maar wat aan, hadden dollartekens in hun ogen of waren zakkenvullers.

Daar zit achteraf bekeken mijn grootste issue met het Del Ferro instituut. Het probleem is niet dat ze een methode hebben die niet werkt, want voor sommige mensen werkt ie wel degelijk. Maar het probleem is dat ze je doen geloven dat je óf heel erg stottert, óf in het geheel niet als je hun methode toepast. Terwijl het ook prima mogelijk is voor mensen die stotteren om communicatief sterk te zijn, over te brengen wat ze willen overbrengen. En dat het nou juist niet voor iedereen die stottert weggelegd is om in elke situatie een methode toe te passen waar je heel veel tijd voor moet opeisen en die elke vorm van spontaniteit wegneemt. Omdat de wereld misschien niet altijd is ingericht op mensen die stotteren, maar de wereld nog veel minder is ingericht op mensen die de Del Ferro methode toepassen.

Een aantal jaren later heb ik een aantal therapieën gevolgd waar ik meer baat bij heb gehad, die meer focusten op denkpatronen achter het stotteren en ontspanning. Maar daarover misschien een andere keer!

- Jasper Syswerda

Aanmelden nieuwsbrief

Sponsors en partners

DTFonds
DTFonds
Cultuur Fonds
Demosthenes
NVST
InternetDiensten Nederland