Stotteren op je CV?
Het is wellicht een bekend probleem onder mensen die stotteren: moet je jouw ‘handicap’ op je CV zetten? In deze column wil ik daar graag mijn licht over laten schijnen. Direct een disclaimer om mee te beginnen: wat ik zal schrijven is absoluut geen heilige waarheid. Het is mijn interpretatie van een probleem waar ik in het dagelijks leven ervaring mee heb opgedaan en waarvan ik vermoed dat anderen daar eveneens mee kampen.
Nu ruim een jaar geleden ben ik afgestudeerd aan de Master Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs, nadat ik eerder Geschiedenis en Cultuurgeschiedenis had gestudeerd. Gedurende mijn studies was ik nooit zoveel bezig met solliciteren of het zoeken naar een baan. Natuurlijk solliciteerde ik af en toe op bijbaantjes en stages, maar dit was sporadisch en ik dacht er niet al te moeilijk over na. Dat veranderde toen mijn afstuderen in zicht kwam.
Mijn doel was helder: ik wilde na het behalen van mijn lerarenbevoegdheid voor de klas staan, als docent Geschiedenis. Daar ligt mijn hart en daar had ik mijn opleiding op ingericht. Toen het afstuderen in zicht kwam, ging ik solliciteren naar vacatures voor docent Geschiedenis. Uiteraard hoorde daar een grondige controle van mijn CV bij en al snel stuitte ik daarbij op een probleem. Wat te doen met mijn stotteren?
Het docentschap is een ‘praat-baan’. Hoe interactief en op maat je het onderwijs ook probeer te maken, uiteindelijk sta je toch een groot deel van de dag te praten tegen een klas met pubers. En het is voor een docent niet ‘normaal’ om te spreken met een stotter. Niet dat ik het onmogelijk achtte mijn vak op een goede manier uit te oefenen met mijn manier van spreken, maar ik kon heel goed begrijpen dat anderen er hun twijfels over konden hebben. En dat doe ik nog steeds.
Aanvankelijk verzweeg ik het stotteren bij het solliciteren. Zowel op mijn CV als in mijn motivatiebrief vermelde ik het niet, in de hoop zo mijn kansen niet direct de grond in te boren. Na maanden van solliciteren, zonder succes, besloot ik dat toch te doen. Het leek mij beter dat degene die het las, direct op de hoogte was van mijn manier van spreken. Waarom? Omdat het een onderdeel is van wie ik ben. Het is niet wie ik ben an sich, maar een inherent deel van mijn persoonlijkheid en hoe ik overkom op anderen, deels omdat het mij in de loop van de jaren heeft gevormd. Daar moeten toekomstige werkgevers en collega’s aan wennen en mee leren omgaan. Dus het lijkt mij beter het maar zo snel mogelijk te kennen te geven.
Betekent dit dat mijn CV en motivatiebrief zo nu en dan onderaan de stapel komen te liggen? Ja, vast wel. En als dat gebeurt, dan is de werkgever of de school welke dat doet niet geschikt voor mij. Mijn inziens is het beter dat dergelijke zaken zo snel mogelijk helder zijn, dan dat ik één van beide partijen voor een verrassing komt te staan op een sollicitatiegesprek. Het is de openheid die voor mij centraal staat.
Nu ben ik de eerste om toe te geven dat mijn stotteren niet van een dusdanige heftigheid is dat het mijn functioneren als docent in de weg staat. Anders zou ik nooit voor het onderwijs gekozen hebben. De vraag die iedere stotteraar zichzelf moet stellen is: staat mijn stotteren mijn werkzaamheden in de weg? Zo nee, dan is er geen probleem. Zo ja, dan moet je kijken waar dat aan ligt en wat je eraan kunt doen. Voor mij is het antwoord ‘nee’, ook al zijn scholen en werkgevers wat sneller geneigd ‘ja’ te zeggen.
Die neiging is deels maatschappelijk bepaald en het is aan de mensen die stotteren om daartegenin te gaan. Uiteraard moet je je nooit laten tegenhouden door je stotteren bij het zoeken naar een baan, of wat dat betreft bij alles in het leven. Accepteer jezelf zoals je bent, dan zullen anderen, of de meeste althans, dat ook doen. Maar bij acceptatie hoort ook openheid. Voor mij betekent die openheid dat ik aan potentiële werkgevers laat zien dat ik stotter, door het op mijn CV te plaatsen en te vermelden in mijn motivatiebrief. En het is aan hen om de keuze te maken mij aan te nemen.
Rik Mets