Stotteren op de televisie
Een jaar of wat geleden besloot ik mij op te geven voor de tv-quiz Get the Picture. De directe aanleiding hiervoor was onze toenmalige onderbuurman: een bejaarde, dove en demente man wiens tv ons elke ochtend na het opstaan verblijdde met de tune van deze quiz inclusief de bijbehorende piepjes en bliepjes. Na enkele dagen viel het aanmeldformulier in de bus. Natuurlijk verwachtte ik niet echt aan het programma mee te gaan doen. Ik was vast niet de enige die zich opgaf en er waren zeker betere en leukere kandidaten. Tot mijn verbazing echter, ontving ik na een aantal weken een uitnodiging om naar de voorselectie in Hilversum te komen.
Stotteren als vingerafdruk
Stotteren is net zo persoonlijk als een vingerafdruk. De manier van stotteren is uniek en de wijze waarop ermee omgegaan wordt ook. Als mensen vragen 'Waarom ben jij stottertherapeut geworden' zeg ik: 'Dat komt door Frits'. Frits zat bij mij op de basisschool. Hij was een erg leuke, populaire jongen en elke donderdagmorgen mocht hij even weg omdat hij stotterde. Ik vroeg me dan steevast af wat hij dan ging doen. Ook het stotteren van Frits op zich vond ik al interessant. Stotteren vind ik nog steeds zeer boeiend. Het fijne aan het beroep van stottertherapeut vind ik dat de 'ingang' bij mensen die stotteren hetzelfde en duidelijk is: onvloeiend spreken. Daarachter ligt een unieke, persoonlijke wereld waarin ik toegang krijg! Na 15 jaar stottertherapie geven blijf ik me verwonderen over de verschillen in deze stotterwerelden.
Baukjes knuppel en het hoenderhok
"Zeg", vroeg Baukje toen ze zich loom tegen mij aan schurkte en ik zachtjes door haar hoofdhaar kroelde, wat ze altijd zo fijn vond, "waarom stotter je nú eigenlijk niet?"
"Toe Baukje", probeerde ik de situatie die ik in gedachten had nog te redden, "is dit nu wel het juiste moment?" Maar ze was al niet meer te stuiten. Zachtjes nam ze me in een omklemming en bewoog haar glanzende lippen naar mijn oor. "Voor de draad ermee. Kom op!", fluisterde ze.