Ontmoeting met mijn stottertherapeute
Ik liep deze week mijn oude logopediste Marjon Bremer in de buurtsupermarkt tegen het lijf. Als vanzelfsprekend tik ik haar aan en kijk ik haar verrast aan, na een paar tellen herkent ze mij ook en spreekt zelfs mijn naam correct uit: Zineb. Heel gek zo’n ontmoeting, vertrouwd en nabij maar tegelijkertijd voel ik ook de afstand die ik heb afgelegd sinds de laatste keer dat ik haar in de logopediepraktijk bezocht, zo’n 10 jaar terug. Marjon vertelde mij dat ze zich het moment dat we samen een presentatie over stotteren voor mijn klas gaven nog goed herinnert. We verbaasden ons over het feit dat ik dat toen nodig had, dat zij samen met mij de presentatie gaf. Alleen durfde ik dat toen niet.
Nu, 10 jaar later sta ik midden in de maatschappij en werk ik met voldoening als psycholoog met mensen die last hebben van psychische klachten. Ongelooflijk. En toch is het zo. Toen ik na onze ontmoeting naar huis liep dacht ik na over het effect van die kleine stappen die ik toen samen met Marjon zette. Thuis zocht ik mijn logopedie- en stottertherapieschriftjes op en ik bladerde er doorheen. Erg emotioneel was dat. Ik realiseerde me, misschien wel voor het eerst zo sterk, dat al die kleine stappen van toen nodig waren om te worden wie ik nu kan zijn. Ik legde toen een ‘foundation’ voor het leven dat ik nu heb; zo goed als vrij van de beperkingen die stotterangst veroorzaakt.
Toen ik daar als 18-jarige bij Marjon zat, voelde ik mij vaak moedeloos en zag op tegen al die bergen die ik nog te verzetten had. Nu ik als hulpverlener aan de andere kant van de tafel zit, betrap ik mezelf ook wel eens op moedeloosheid; zijn de technieken en behandelingen wel toereikend genoeg om bij cliënten duurzame verandering te bewerkstelligen? Ik kan me voorstellen dat Marjon ook deze twijfels had, toen ik haar helpende hand nodig had daar voor de groep: wat moet het nou toch worden met dit schuchtere meisje.
Het antwoord op bovenstaande vraag blijkt geruststellend. Als ervaringsdeskundige en psycholoog kan ik zeggen dat effectief bewezen technieken en adequate behandelingen werken, ook als het effect niet direct voelbaar of zichtbaar is. Als logopedisten en stottertherapeuten behandelen jullie een buitengewoon lastige doelgroep, het biologische karakter van een ontwikkelingsstoornis zoals stotteren en alle sociale en persoonsfactoren die hiermee interacteren maken het knap lastig.
Ik schrijf dit om jullie een hart onder de riem te steken: we zijn niet verloren als stotteraars! Hoe klein de stappen ook zijn, elke verandering die gemaakt wordt draagt bij aan het herstel. We zullen nooit 100% ‘herstellen’ van het stotteren en we kunnen geen ‘normaal vloeiende sprekers’ worden. Dat zou ook nooit het doel van therapie mogen zijn. De kwetsbaarheid zal er altijd zijn. Maar door therapie kan deze kwetsbaarheid veel beter opgevangen worden door nieuw gedrag te stimuleren, zowel op het gebied van de spraak als op sociaal en mentaal vlak. Het zichtbaar effect van de therapie kan pas na maanden of jaren optreden, het kost tijd voor nieuw gedrag kan slijten en iemand echt voelt dat beperkingen van het stotteren verminderen en voor een deel zelfs kunnen verdwijnen. Wanneer de bloemen uitkomen en de vruchten geplukt worden zijn ze niet meer bij jullie onder begeleiding, dan staan zij midden in de maatschappij met een rechte rug sprekend in het openbaar. De zaadjes werden gezaaid, daar in jullie behandelkamer.
Bedenk je dat maar bij het bespreken van een geslaagd gedragsexperiment waarin je cliënt de pizza bestelde die hij ook echt lekker vond.
Wees bevlogen en houd de moed erin!
Zineb el Youssfi